172 kansje, dat men bij deze uitstapjes niet aan een al te onmogelijke zuinigheid zal gehouden zijn. Nu de regeering blijkbaar het nuttige van de bedoelde oefeningen heeft ingezien en daarom de koorden van haar beurs een weini"- meer, dan haar gewoonte is, heeft losgeknoopt, is het niet meer dan billijk, dat niets onbeproefd wordt gelaten, om de waarde der oefe ningen zoo hoog mogelijk op te voeren. Als een der middelen daartoe kan, naar onze meening, de maat regel dienen, om bij de, in de buurt der garnizoenen gehouden, gecombineerde manoeuvres, de bevelvoerende officieren zooveel moge- lijk in hun eigen commando te laten en dit vooral niet te doen overdragen op officieren, die daartoe met het oog op hun rang, nog niet geroepen zijn. Zoo hebben wij opgemerkt, dat het langzamerhand regel wordt, dat bij de door ons bedoelde oefeningen, kapiteins tot bataljons- en brigadecommandanten benoemd worden en 2<= luitenants zich dikwijls met de aanvoering van een compagnie belast zien, terwijl de na tuurlijke commandanten der korpsen en troepen optreden als scheids rechters, leiders van de manoeuvre, enz. Verder wordt zulk een gelegenheid hier en daar nog wel eens te baat genomen om hoog in de ranglijst staande kapiteins te beproe ven en zoodoende het eigenlijke doel van de oefening wel een weinig te veel over het hoofd gezien. Dit doel, hoewel, voor zooverre ons bekend, nooit officieel gepu bliceerd, moet toch, dunkt ons, zijn om een ieder, hij zij hoog- of laaggeplaatst, geschikt te maken voor de hem in den oorlog wach tende taak. De bereiking daarvan te doen afhangen van de meer dere of mindere bedrevenheid van een officier, die voor den hoogeren rang wordt gewogen, kan o. i. nooit in de bedoeling hebben gelegen. Wij gelooven, dat vooral in de eerste jaren de manoeuvres de beste vruchten zullen dragen, wanneer de korpsen en andere afdee- lingen bij deze oefeningen onder hun eigen bevelhebbers blijven en door dezen voor hun werkkring in tijd van oorlog worden bekwaamd. Treedt daarbij de oudst-aanwezende infanterieofficier als leider op en voegt hij zich, althans wanneer daartoe bij zulk een betrek kelijk zwakke macht de noodzakelijkheid bestaat, een tweetal scheids- O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 183