veroorzaakt dat de meeste aanplantingen verwaarloosd zijn. „Verscheidene Haleiers en Atjehers, reeds sedert jaren in die kampoDgs woonachtig, schijnen met deze cultuur bijzonder ingeno men te zijn; dit doet mij hopen dat deze tak van cultuur bij de tegen woordige gewildheid van het product mettertijd op eene groote schaal zal worden gedreven, en de peper eene groote aanwinst zal zijn voor den binnenlandschen handel en te eeniger tijd veel zal bijdragen tot den bloei van het eiland. „3°. Dat zij trachten zouden en alle mogelijke middelen in het werk zouden stellen, om eene grootere ontwikkeling te geven aan de rijstcultuur; niet-alleen met het doel, om het product tot een artikel van handel te maken, doch ook hoofdzakelijk om te zorgen dat de rijst het hoofdvoedsel werd van den Inlander, hetgeen tot nu toe het geval niet is. Djagoengs en obi's maken voor het oogen- blik nog bij het grootste gedeelte der bevolking het voornaamste voedsel uit. Rijst wordt alleen bij festiviteiten en andere gelegen heden gebruikt en dan nog in zeer kleine hoeveelheden. Ook heb ik de aandacht der hoofden gevestigd op de wenschelijkheid om, waar zulks mogelijk was, sawahrijst te verbouwen en niet alleen bergrijst. „4°. Dat steeds met kracht zal worden voortgegaan met den aanleg van nieuwe wegen en met de verbetering der bestaande, met het oog op de uitbreiding, aan den landbouw te geven en op het hier uit noodwendig volgend voordeel voor handel en verkeer. De meeste wegen, zoowel in de binnenlanden als langs het strand, zijn nog in een ellendigen staat, zoodat de binnenlandsche gemeenschap nog zeer gebrekkig is. Alleen in de nabijheid van de hoofdplaats is het eenigszins anders gelegen, en met genoegen heb ik bij mijn aan wezen op Nias gezien dat de tegenwoordige civiele gezaghebber geene moeiten ontziet om hierin verbeteringen aan te brengen, en dat in de laatste dagen daarin groote vorderingen zijn gemaakt. Het vooruitzicht bestaat, dat zijne bemoeienis ten deze bij een bestendig volharden met den gelukkigsten uitslag zal worden bekroond, hoewel hij nu en dan met zwarigheden heeft te kampen. „Met het zenden van koebeesten naar Nias, ter bevordering van de veeteelt, wordt steeds voortgegaanhiervan kan men zich de gunstigste resultaten beloven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 18