196 Moet ook niet de chef van den Generalen Staf, waarvoor schrijver organiek een kolonel uittrekt, als generaal-majoor in zijne betrekking kunnen continueeren? Is het niet bepaald gewenscht dat deze hoogst gewichtige betrekking gedurende langen tijd door één persoon wordt vervuld XXXIII. Op Java bekooren geen garnizoenstr&epen als bedoeld bij XXX. De beslaande detachementen moeten worden ingetrokken. Daar echter de garnizoenen van Djokjakarta en Soerakarta steeds aan die plaatsen gebonden en niet, voor het veldleger beschikbaar zullen zijnmaken deze troepenvoor elk garnizoen afzonderlijk één garnizoens-bataljon uit. De meening dat alle op Java bestaande detachementen moeten worden ingetrokken, kan ik niet deelen. Seraug bijv. ontbloote men nimmer van troepen. Ook zij men hoogst voorzichtig met het terugroepen van het nu nog te Tjilegon aanwezige detachement infanterie, sterk 1 officier en 40 minderen. Het waarschuwend woord, door de Jury van beoordeeling uitgesproken tegen het ontijdig ont ruimen van bestaande militaire posten en voorbarige troepenver mindering, zoo op de Buitenbezittingen als op Java, is wel waard ter harte te worden genomen. In Bijlage IV van haar rapport wordt op te veel fouten gewezen, in dat opzicht begaan, om de gegeven waar schuwing in den wind te slaan. XXXIX. De het eerst te zenden, macht mag niet te klein zijndaar door wordt veel noodlottigs voorkomen. De op expeditie te zenden macht mag aan infanterie nooit minder be dragen dan I veldbataljon. liet gevoelen van de Jury, dat het ongeraden is, gebiedend voor te schrijven nooit minder dan veldbataljon op expeditie te laten gaan, komt mij alleszins juist voor. Indien vertrouwbare gegevens voorhanden zijn, dat één compagnie infanterie voldoende is tot het breken van den te verwachten tegen stand, zou het dan geen geldverspilling zijn een dubbel sterke macht af te zenden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 207