202 onderofficieren in het leven te roepen. Deze personen zouden uit de goed oppassende soldaten en hen, die de kaderschool hebben bijge woond, worden gekozen en zich in niets van hunne kameraden ou derscheiden Dat daardoor menige insubordinate handeling ware te vooikomen, is duidelijk. De eene soldaat kan die tegen den anderen niet plegen. Doch zou de dienst er niet bitter onder lijden? Zou het den gelijke van den soldaat gelukken, zich te doen ge hoorzamen, daar waar het zijn meerdere niet altijd mogelijk is? Moet ook de sprong van aspirant-onderofficier tot onderofficier dus van soldaat tot sergeant niet een te groote overgang genoemd worden Ik voor mij geloof, dat men een anderen weg op moet. Laat men den korporaal in de oogen van den soldaat verheffen. Dit is mo gelijk door hem aan den voortdurenden omgang met zijn minderen in chambree en cantine te onttrekken. Men logeere daartoe de korporaals in een afgeschoten gedeelte van de chambree en richte in de cantines van de groote garnizoensplaat sen een afzonderlijk lokaal voor hen in. Waar dit laatste niet mo gelijk is (kleinere garnizoenen en posten), geve men hun toegang tot het onderofficierslokaal. De korporaal behoort eerder bij den onder officier dan bij den soldaat. Aan het slot van toelichting (29), handelende over het vermeer deren van het kader, leest men: „Dg dienstneming in Indië van fatsoenlijke en eenigszins ontwikkelde jongelieden, met het doel om onderofficier te wordenmoet meer worden aangemoedigd Wanneer nu de regeering er toe kon hesluiten om te bepalen, dat tot vde vervulling van zekere betrekkingen, welke in den regel bij de Indische jongelieden van de hier bedoelde categorie zeer gezocht zijn, bij voorkeur die personen in aanmerking zouden komen, die eenige jaren bij het leger gediend hebben, dan zou de iveg tot die betrekkingen door het leger leiden, en zouden velen hunner in dienst treden. Afgescheiden van de invoering van eenige zeer gewenschte verbeteringen in de materieele positie der on derofficieren, zou de instelling van de positie van aspirant-onderofficieren deze indiensttreding zeer bevorderlijk zijn. Bij het voldoen aan zekere te stellen voorwaarden zou men als zoodanig in dienst moeten kunnen treden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 213