20Ö
artillerieofficieren van dat leger laat afhangen, of zij gedurende hun
verloftijd al dan niet gebruik zullen maken van eene gelegenheid
om zich te bekwamen, zooals hun in Indië nimmer zal worden aan
geboden. Duizenden en duizenden worden uitgegeven, waar het geldt
de artillerie van het Moederland die volmaking te geven, zonder welke
de defensie des lands niet naar behooren is voorbereid, en de enkele
honderden, waardoor ook ain het Iudisch leger iets van deze
oefeningen zoude ten goede komen, houdt men in den zak.
Naar mijne meening kan met niet genoeg nadruk op het ongerijmde
en schadelijke van deze handeling of liever nalatigheid in handelen
worden gewezen. Te eeniger tijd zullen de Kamers onzer Staten-
Generaal de gelden toestaan, noodig voor het bouwen en bewapenen
van de verdedigingswerken, welke onontbeerlijk zijn in een rationeel
systeem van defensie voor Java, die parel onzer Oost-Indische bezit
tingen. Maar de geoefendheid in het gebruik van het zwaardere
achterlaadgeschut, die ontbreken zal, waaneer men de gelegenheid om
de officieren daarin te bekwamen en voortdurend bekwaam te hou
den, steeds onbenut laat voorbijgaan, kan alsdan met geen schatten
worden verkregen. Laat mij in nog eenigszins concreter vorm spreken.
Men heeft in de laatste jaren ernstig gedacht aan de versterking
van een of meer zeehavens in den Archipel, waartoe zelfs eene
commissie, uit officieren van de land-en van de zeemacht bestaande, is
werkzaam geweest. Het schieten met een zwaren vuurmond van de
helendaagsche kustartillerie, dat nog elk oogenblik geperfectionneerd
wordt, vordert eene groote mate van geoefendheid en bedrevenheid.
Zooals de stand van zaken nu is, zou het een toeval zijn, wanneer bij de
Indische artillerie een oudere officier gevonden wordt, daarvan voldoen
de op hoogte. Dit nu zoude niet het geval zijn, wanneer het eene
wet was, niet eene zaak van eigen verkiezing, dat elk Indisch artillerie
officier, met verlof, met alleen de oefeningen te Oldenbroek, maar ook
die van de artillerie der pantserforten, welke elk jaar te Helder
worden gehouden, bijwoonde.
Een eerste eisch, aan het Staatsbestuur te stellen, is, dat alle de
partementen tot een en hetzelfde doel, verbeteriug van het bestaande,
samenwerken. Wanneer door de zorgen van een Minister van Oorlog
eene of andere legerinrichting wordt in het leven geroepen, be-
Dl. I, 1890, 14