214
men een voor het gebruik genoegzaam nauwkeurige spreidingsliniaal.
Ik heb mij ten minste op deze wijze een exemplaar aangeschaft,
dat mij alleszins voldoet.
In de laatste kolom Ophelderingen, enz.v van den schietstaat moesten
do voor elk. schot aangebrachte correcties geheel volledig worden uit
eengezet. Dit biedt uit den aard der zaak voor den persoon welke
den schietstaat in behandeling neemt, eenig gemak aau. Over de
noodzakelijkheid er van schijnt men het echter niet geheel eens te zjjn,
want voor de schietoefeningen der compagnieën was voorgeschreven,
dat aldaar in do schietstaten alleen dan de aangebrachte correcties
moesten worden omschreven, wanneer om de eene of andere reden van de
in den Leidraad uitdrukkelijk gestipuleerde regels was afgeweken (1).
Dienst op den llcn Mei 1889.
Te 9 uur schietoefeningen met 2 kanonnen van 10 cM., écn kanon
grensschieten. Standplaatsrooilijn A. Bedding N°'s. 1 en 2. In 't geheel
40 sprioggranaten. Doel: een veldbattenj van 4 stukken met voor
wagens, bespanningen en bedieningsmanschappen, opgesteld ter hoog
te van 2500 M,, rooilijn B.
Leiding van de oefening der officieren, de le luitenant O.
Dienst op den 130n Mei 1889.
Te 8i uur schietoefeningen met 3 kanonnen van 12 cM. K. A.,
één kanon (N°. 324) grensschieten. Standplaats: rooilijn A. Bedding
N°\ 5, 6 en 7. In 't geheel 60 springgranaten. Doel: de batterij op
1800 M., rooilijn A/B, waarvoor op 80 M. een struikmaske.
Waarneming met een zijpost. Kardoezen ontsteken door den 2™ luite
nant De G., die gedurende het vuur in den controlepost N°. 3 blijft.
Leiding van de oefening der officieren, de le luitenants R. en v. G.
Dat het en (-J-j der schoten kan worden afgeleid uit de waar
nemingen der zijdelingsche afwijkingen door zijposten is eene gansch
niet nieuwe zaak. Men vindt daarvan o. a. iets in het bekende werk
van den Pruisischen majoor Rohne over het Schieten der Veldar-
(1) Do uitwerking van het vuur van beide stukkon werd alleen op den schietstaat
der officieron vermeld.