11 - aanbevolen om, aangezien al de binnenlandsche verdeeldheden en oorlogen grootendeels waren toe te schreven aan de omstandigheid dat 's gouvernements gezag overal nog niet naar behooren was gevestigd, hij dus geene middelen moest onbeproefd laten om den Niasser langzamerhand behoefte te doen gevoelen aan een billijk en geordend bestuur, en dat hij daartoe beginnen moest zich in gunstiger betrekking tot de inboorlingen te plaatsen, ten einde meer toenadering te ver krijgen en alzoo meer vertrouwen in te boezemen, en dat hij vooral geene gelegenheid moest verzuimen om den Niasser begrijpelijk temaken en door daden te bewijzen, dat ons doel alleen is om de algemeene rust en veiligheid te bevorderen en de welvaart te doen toenemen door op die wijze te handelen en een vredelievend stelsel te volgen, zal hij op den duur veel verder komen dan door de aanwending van dwangmiddelen. „Bij mijn laatste bezoek, op onderscheidene gedeelten des eilands, ondervond ik dat de gezindheid der Niassche hoofden jegens het gouvernement over het algemeen goed is en dat later zoo noodig op hunne medewerking zoude kunnen worden gerekend. Alleen in de baai van Lagoendi was het mij niet mogelijk, met de hoofden der kampongs, welke niet ver van de baai zijn gelegen, in aanra king te komen. Mijne komst kwam hun onbegrijpelijk voor en bij die gelegenheid hebben zij veel wantrouwen aan den dag gelegd wat ik moet toeschrijven aan de gevolgen van de expeditie van 1847 tegen de voornaamste en sterkste kampongs. „In de baai van Telok Dalem en Pohili waren de hoofden beter gestemd en het onthaal, dat mij in eene der kampongs is ten deel gevallen, doet mij vermoeden dat de geest der bevolking jegens ons niet ongunstig en geenszins zoo vijandig is als men wel voorgeeft. „Te Lapouw is mij overtuigend gebleken, hoe noodzakelijk het is, steeds een waakzaam oog te houden op de handelingen van de daar aanwezige Maleiers en consorten, die, hoewel hunne middelen beperkt zijn, een zekere heerschappij over de Niassers uitoefenen en er op uit zijn om onze goede bedoelingen en maatregelen in het belang der Niassers te verlammen en tegen te werken. Nauwelijks daar zijnde, werd mij bericht dat eenige negorijen, aan de baai van Lapouw gelegen, tengevolge van ontstane oneenigheden met dezg. Maleische kampongs in oorlog waren, en dat, bij deze gelegenheid,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 22