221
veel noodigvan barometer, thermometer en psychrometer;
8. de wijzen, waarop de elementen van de baan van een vuur
wapen worden bepaald
a. uit horizontale schijfbeelden,
b. uit verticale schijfbeelden door het bepalen van de valhoogten,
de vluchthoogten of de vizierhoeken, hetzij door het gebruik van
deze hoeken, gevonden voor eenige équidistante punten, hetzij door
het gebruik van alle hoeken voor afstanden met 100 51. opklim
mende, eombineerende door middel van de leerwijze der kleinste
vierkanten tot het bepalen van de interpolatieformule
c. het gebruik van twee, uit practisch bepaalde elevatiehoeken,
afgeleide coëfficiënten
9. vergelijking van deze methodes onderling
10. afleiding uit deze gegevens van de verschillende kogelbaan
grootheden
a. met toepassing van de formules van Van Dam van Isselt,
b. met toepassing van de formules, voorkomende in het werk van
Hanckar
c. met toepassing van de in Oostenrijk gevolgde methode;
11. de theorie der brekingslijnen
12. het herleiden (normaliseeren) van de verkregen uitkomsten
tot een normalen dampkring;
13. inrichting en gebruik van schootstafels
14. toepassing van de graphische methode op de kogelbaan
grootheden.
D. Inwendige ballistiek.
1. de factoren, die op de aanvankelijke snelheid van invloed zijn
2. de beteekenis van metaalbelasting, ladingsquotiënt en kruit-
belasting
3. vergelijking van de grootte dezer factoren bij verschillende in
gebruik zijnde oorlogswapens en bepaling van de meest gewenschte
waarde dezer grootheden
4. veranderingen, welke ons geweer zou moeten ondergaan, om
zijn ballistisch vermogen op te voeren tot dat van nieuwe geweren;
5. de kaliberwet;
6. de voor- en nadeelen Yan de kleinste kalibers;