- 222 - 7. de beweging Van het projectiel in den loop 8. de patroon in het algemeen 9. de huls; 10. de kogel. R. Historisch overzicht van de ontwikkeling en inrichting der hedendaagsche handvuurwapenen. F. Verklaring van de volgende geweren het Snidergeweer; Werdl Tersen Kropatschek repeteergeweer Beaumont-Kropatschek repeteergeweer; Jarmann-repeteergeweer; Yetterli-repeteergeweer beschouwingen over sluittoestellen en repeteermechanismen. Welnu zoo vragen wij in gemoede moet niet ieder, na lezing van dit programma, tot de overtuiging komen, dat het onmogelijk geweest is, om dat programma in zijn geheel in 4 maanden (1) af te handelen met officieren, van wie men moet verwachten, dat zij over het algemeen slechts middelmatig wiskunstig onderlegd zijn. De officieren, die bij de schietschool worden gedetacheerd, worden daartoe toch ongeacht of zij daartoe al of niet genegen zijn door de Ge westelijke Militaire Commandanten aangewezen. Hoogstens mag men dus veronderstellen, dat zij nog datgene van de wiskunde kennen, wat voor hun officiersexamen vereischt werd. Met die weinige kennis van wiskunde als basis, zou nu iü 4 maanden tijds, 4uur per week (2), een cursus in techniek en ballistiek doorloopen kunnen (1) Te beginnen met 1890, duren de cursussen aan de schietschool 5 maanden. Dat de twee in den loop van 1889 gehouden cursussen slechts 4 maanden hebben geduurd, moet aan bijzondere omstandigheden worden geweten. Red. (2) In het verslag staat nl. dat 3 malen 's weeks telkens van 10j~ 12 uur les werd gegeven in de techniek en ballistiek. Totaal dus 76 uren. Neemt men echter in aanmerking, dat daarvan afgetrokken moeten worden: de feestdagen, de dagen waarop vraagstukken in de les werden uitgewerkt, en de keeren, dat er geen les werd gegeven, als de schietoefeningen eerst na 10 uur eindigden, dan kan men het aantal uren voor den theoretischen cursus in die vakken gerust op niet meer dan 65 stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 237