12
de Maleiers de Niassche kampong Loeroe verbrand en de kam
pong Lologeo vernield hadden. Aanvankelijk werd mij als reden
daarvan opgegeven dat de Niassers op eene verraderlijke wijze eenige
Maleiers hadden vermoord, doch later, nadat ik eene bijeenkomst
met de Niassche hoofden gehouden had, bleek dat die woelingen
hoofdzakelijk waren toe te schrijven aan de Maleiers, die begonnen
waren onrecht en geweld te plegen.
„Ofschoon die zaken door mij tijdens mijn aanwezen aldaar zijn
afgedaan, waarbij de Maleiers in het ongelijk zijn gesteld, zoo heb
ik den civielen gezaghebber mededeeling gedaan van het gebeurde
en hem aanbevolen, Lapouw nu en dan te bezoeken en te zorgen
dat de Maleiers zich niet schuldig maken aan misbruiken of gewel
denarijen, en dat zij op den vasten wal hoegenaamd geen gezag
voerenalle suprematie, door hen over de omliggende kampongs
uitgeoefend, dient geheel op te houden.
„Wat den handel betreft, in een land waar landbouw en kunst
vlijt nog op lagen trap staan, kan hij niet van groot belang zijn.
Dit is dan ook met Ni as het geval, hoewel het eiland, bewoond
door eene talrijke bevolking, door ligging en vorm zoo bijzonder
geschikt is voor handel en zeevaart. Om eenig denkbeeld te geven
van den omvang des handels, zal ik slechts aanteekenen, dat teGloe-
noeng Sitoliindelaatste acht maanden van het afgeloopen jaar 1852
werd ingevoerd voor eene waarde van ƒ46494 aan koopmansgoederen
(lijnwaden, chitsen, laken, tabak, gongs, ijzer en koperdraad); de
uitvoer bedroeg f 16418 aan voortbrengselen van het eiland (voor
namelijk olie en rijst).
„Het aantal der in 1852 ter plaatse aangekomen vaartuigen bedroeg
47, dat der vertrokkene 50. De binnenlandsche handel wordt bijna
alleen gedreven door vaartuigen, welke te Groenoeng Sitoli thuis
behoorenvan hier worden de aangebrachte goederen langs het strand
over zee met prauwen en verder overland naar de verschillende plaatsen
vervoerd en dan ter markt gebracht.
„De verschillende artikelen, welke de Niasser voor zijne dagelijksche
behoeften noodig heeft, worden hem tegen buitensporige prijzen ge
leverd. Een groot ongerief voor den handel is het, dat in het binnen-