225 listiek willen doordringen en blijken gegeven hebben, daarvoor vol doende wiskunstig onderlegd te zijn wordt bovendien een afzonder lijke theoretische wintercursus gegeven, die nog voorafgegaan wordt door een technischen cursus aan den geweerwinkel te Delft. En aan onze schietschool moet dat alles theorie en practijk in 4 maanden tijds worden afgehandeld Naar onze meening zou het onderwijs, aan gedetacheerde officieren te geven, moeten zijneenvoudig en degelijk. Laat hen vooreerst, zooveel als doenlijk is, schieten, om de be drevenheid als schutter zoo hoog mogelijk op te voeren en tevens, om hen zelf tot conclusiën te brengen. Oefent hen voorts in het toepassen der schietregels voor het bundelvuur op verschillende afstanden. Prischt daarnevens in een theoretischen cursus ter dege bij hen op de kennis van datgene, wat in zake techniek en ballistiek van hen gevorderd werd bij het officiersexamen desnoods met eenige uitbreiding als de tijd dit toelaat maar behandelt vooral met hen al datgene, wat in het Aanhangsel tot het Schietvoorschrift der Infan terie voorkomt. Dat zal den toekomstigen onderwijzer bij de korpsen meer ten goede komen, dan alle oppervlakkige theorieën uit de hoogere wiskunde, over methoden van verschillende personen en in verschil lende rijken gevolgd, over inwendige ballistiek, enz. Men bedenke tevens, dat alleen bij grondig onderricht, overeen komende met het bevattingsvermogen van de gedetacheerden, de lust bij hen wordt verhoogd, om dieper door te dringen in de kennis der draagbare vuurwapenen. Neemt dat onderricht voor hen eene te hooge vlucht, dan zullen zij ontwassen als zij zijn aan de school banken met weerzin de lessen volgen. In het leger zal dan een tegenzin worden opgewekt voor eene de tacheering bij de schietschool, hetgeen toch zeker in lijnrechten strijd zou zijn met de goede bedoeling, die bij de oprichting daarvan heeft voorgezeten. X. Dl. I, 1890. 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 240