229 strijd dreigt hem echter noodlottig te worden; met den moed der wanhoop zich wapenend en vast besloten zijn leven duur te ver- koopen, wacht hij, 11a dezen eersten aanval, den aanloop af van de geheele bende, die zich gereed maakt op hem los te stormen. Doch zie, daar daagt ontzet; de kameraden, van alle zijden binnen de versterking gekomen, snellen hem ter hulp en gezamenlijk gaat het thans op den vijand los. De weerstand is gebrokendoor Schordell's voorbeeld en zijn onstuimigen moed aangevuurd, wordt in weinig tijds alles wat nog weerstand biedt onschadelijk gemaakt Kandang Radja Perak is genomen. Voor zijne bij deze gelegenheid aan den dag gelegde houding werd korporaal Schordell, Alg. St. N°. 8697, bij Koninklijk besluit van 22 Mei 1888 N°. 14 benoemd tot Ridder der Militaire Wil lemsorde 4e klasse. Wij zijn thans genaderd tot het tweede, helaas! ook het laatste door Schordell bedreven wapenfeit. De lezer, die getrouw kennis heeft genomen van de verslagen van het Indisch Militair Tijdschrift, heeft in de laatste aflevering van den vorigeu jaargang het verhaal aangetroffen van de expe ditie tegen Edi in Mei 1889. Wij vestigen in het bijzonder zijne aandacht op dat moment van het gevecht van 8 Mei, waarin de commandant der 4° compie. van het 8e bataljon aan de 2e sectie den last geeft om de gevechtslinie, gevormd door de le sectie (Gtaade), te verlengen, en de 3e sectie beveelt aan de linker zijde de haakstelling in te nemen. Het is ook het oogenblik dat deze beweging, nog niet ten volle uitgevoerd, onderbroken wordt door den onstuimigen aanval van de 200 Atjehers, die plotseling te voorschijn treden uit de hooge alang-alang op ongeveer 50 passen van de onzen verwijderd. A-ls tijgers, losspringende op hun prooi, heeft die menschenlawine, de gewette klewang in de vuist, zich met bliksemsnelheid geworpen op de sectie Gaade. Nog klinkt donderend het „Attaqueeren" hem uit den mond, doch meer dan enkele passen vermag hij, die daartoe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 244