MILITAIRE ZIGZAG
FANTASSIN.
De welwillende lezer wordt uitgenoodigd in gedachten dertig jaren
terug te gaan en in den namiddag van 19 April 1860 mij te willen
vergezellen naar Batavia's boulevardsMolenvliet, Rijswijk en Noord-
wijk, de buurten, die de nieuweling meestal het eerst leert kennen
na Indië's bodem te hebben betreden en die. uit hare aardrijkskun
dige boeken, der Nederlandsche schooljeugd bekend zijn als de
buitenwijken der Koninginne van het Oosten
Hoewel de avond reeds begint te vallen en huizen en hoornen
hunne donkere schaduwen beginnen te werpen op deze bij dag zoo
druk betreden wegen, zoo schijnt het wel alsof heden de nakende
duisternis in dat gewoel geen verandering vermag te brengen. Een
groote en bonte menigte toch beweegt zich golvend langs die schoonste
van Batavia's wandeldreven, terwijl een onafzienbare stoet van equipages,
waarin wij de keur van Batavia's vrouwen en maagden in bevallige
kleedij gezeten vinden, den weg aan eenen kant begrenst en daarmede
aan het geheel die eigenaardige bekoring schenkt, welke de aanwezig
heid van het schoone geslacht steeds met zich medebrengt.
Een ongewoon vroolijke stemming heerscht allerwegen, juichtonen
doorgalmen hier en daar de lucht, troepen scholieren zien we voor
waarts schrijden onder de opgewekte tonen van den uit volle borst
aangeheven, toen zeer en vogue zijnden Djagaraga-marsch, en als
ook wij, door die blijde stemming aangegrepen, van de Sluisbrug
langs Rijswijk ons met de menschenmassa voortbewegen in de rich
ting van de benedenstad, worden wij op eens aangenaam verrast
door een sierlijken eereboog, die aan den ingang van het Java-Hotel
is opgericht. Yerder gaande ontwaren wij eene dergelijke versiering
vóór het Hotel der Nederlanden, door de zorgen van den eigenaar,
DOOR