13 land geen geld in omloop en geene munt, van welke soort ook, gang baar is; daar geld als ruilmiddel nog geheel onbekend is, heeft de ruiling over het algemeen op gebrekkige wijze plaats. „Om den kleinen handel te bevorderen, ben ik met de hoofden, na mij te hebben overtuigd van hunnen goeden wil en steun, overeen gekomen om eenmaal 's weeks te Groenoeng Sitoli een pasar-of marktdag te houden. Hiertoe zal op eene geschikte plaats eene groote loods worden opgeslagen waaronder ook demenscheu, die van ver verwij derde plaatsen komen, desverkiezende nachtverblijf kunnen houden. Ongetwijfeld zullen dergelijke volksbijeenkomsten de gemakkelijkheid der ruilingen bevorderen en langzamerhand den marktprijs tot de natuur lijke en wezenlijke prijzen der goederen doen naderen. Later, wanneer de proef te Groenoeng Sitoli bijval vindt, zal ook elders pasardag worden gehouden. „Wat nog met den handel op Ni as in zeer nauw verband staat en daarop naar mijn gevoelen een ongunstigen invloed uitoefent, is de uitvoer van pandelingen (in 1851 werden 353, in 1852 280 pandelingen uitgevoerd). Indien slechts in aanmerking wordt genomen dat slechts een klein deel der uitgevoerde pandelingen in hun eigen land tot den slavenstand zijn gebracht door schulden, en dat de meesten weggeroofde menschen zijn of in slavernij zijn geraakt door krijgsgevangenschap, dan is licht na te gaan hoeveel kwaad uit het pandelingstelsel voor het eiland zelf moet voortvloeien. „Nadat de roof heeft plaats gehad, is de kampong, waar de on gelukkige thuis behoort, bedacht op weerwraak en hierdoor ontstaan in het binnenland gedurige oorlogen en verdeeldheden. Zoolang de Niassers nog een middel van bestaan kunnen vinden met het plegen van menschenroof en zoolang zij elkander blijven beoorlogen om jacht te maken op menschen, ten einde deze later van de hand te kunnen zetten, en dit een en ander door het pandelingstelsel blijft aan gemoedigd, heeft men nimmer werkelijke beschaving te wachten en de welvaart zal bij een dusdanig volk nimmer een hoogen trap bereiken. Zonder verder hierover uit te weiden, durf ik aan Uw verlicht oordeel de vraag onderwerpen, of eene dergelijke inrichting ooit heilzaam voor Ni as kan zijn? „Ten einde den clandestienen uitvoer van slaven naar A t j e h en elders

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 24