237 veil gehad voor de goede zaak en voor de eer van Neerlands vlag. Het lle bataljon is in zijn geheel op het voorplein opgesteld. Fluks worden den officieren ververschingen toegediend, het „heil" hun toegedronken en het driewerf hoera, dat uit de binnenruimte opstijgt, bewijst dat Cressonnier's woorden hunne uitwerking niet hebben gemist. Doch ook de minderen worden niet vergeten, brood en wijn staan hun ten dienste en gretig wordt daarvan gebruik gemaakt. Nu nog een takje groen aan allen en voort gaan we, want het begint laat te worden en eerst te Mr. Cornelis zullen de teruggekeerde krijgers hun nachtleger gespreid vinden. Nog een blik geworpen op de katafalk eene van piëteit getuigende hulde aan de nagedachtenis van den aan zijn wonden overleden en in Boni's velden rustenden majoor C. M. H. Kroesen van het 4e bataljon en door de tweede eerepoort gaat het, te midden eener geestdriftige menigte en onder een bloe menregen uit lieve vrouwenhanden, naar het Hotel der Nederlanden. Ter plaatse aangekomen trekt het lle bataljon, zooveel de beschik bare ruimte het toelaat, zich in eene compacte massa samen. De officieren van het korps vereenigen zich op het voorerf, en als nu ook Generaal Yan Swieten zich vóór hun midden heefc opgesteld, treedt een der weesjongens naar voren om in dichtmaat het „welkom" toe te roepen aan den Generaal en zijne troepen. Met daverende toejuichingen is het slot der toespraak door alle aan wezigen ontvangen en terwijl de Generaal, merkbaar geroerd, zijn dank betuigt voor de betoonde hulde, zijn de weesmeisjes naderbij gekomen om het gewezen hoold der expeditie en zijnen officieren een lauwerkrans te vereeren. De zegetocht wordt voortgezet om te eindigen ter hoogte van de Sluisbrug, waar de troepen, defileerend, den Generaal Yan Swieten voorbijtrekken. Nog een laatste blik op die uit het gezicht verdwijnende men- schenmassa, en voor den gewezen opperbevelhebber is ook de laatste levende herinnering aan dien met eere volbrachten krijgstocht voorbij Neen, toch nog niet. Batavia's ingezetenen, niet tevreden met de den troepen betoonde hulde bij hunnen intocht in de plaats hunner inwoning, besloten een feest aan te richten ter eere van de soldaten van Land- en Zeemacht, die deel namen aan de Bonische expeditie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 252