238' Ik zal den lezer niet vermoeien met hem ook hiervan een gede tailleerde beschrijving te geven. Ik wil alleen vermelden, dat Zaterdag, de 5e Mei 1860, voor dat feest was uitverkoren en dat dit op dien dag des namiddags ten half vijf ure dan ook aanving. Bij den hoofdingang tot het "Waterlooplein tegenover de Willems laan was rechts eene tribune opgericht met zitplaatsen voor den Gouverneur-Generaal en de verschillende grootwaardigheidsbekleeders met hunne dameslinks stond een ruime loods, dienstdoende als buffet. Aan de vier koeken van het plein waren eerepoorten opge richt, waarin de namen Boni, Retell, Djambi en Banjermasin prijkten, den soldaten herinnerende aan de gevechtsvelden, waar zij in de laatste jaren hadden gestreden of waar de kameraden nog oorlog voerden. De leeuw en zijn kolom waren met lampions behangen; daarvóór, op een rij en dicht langs den weg, die voor het paleis loopt, was vuurwerk aan staken vastgemaakt, en op het grasplein vóór het pa leis waren de tafels aangericht, waarop de soldaten van Land- en Zeemacht ten feestdisch zouden aanzitten. Op het plein zelf was de gelegenheid opengesteld tot mastklimmen en men trof daar, onder meer vermakelijkheden, een carrousel, een wajang en een dansoe aan. Ten 5 ure verscheen de legercommandant op het feestterrein en een poosje later de opperlandvoogd. Toen het donker begon te wor den, ontstak men de illuminatie; ten 7 ure had het feestmaal plaats en daarna werd het vuurwerk ontstoken. Prachtig brandde het Bengaalsch licht; oorverdoovend klonken de moordslagen; met het bekende „Auaaaa" werd het moment begroet,- waarop de vuurpijlen hoog in de lucht hun gekleurden regen uit stortten, en alleen minder schitterend voldeden de beide luchtballons, waarvan de eene tot het dak van het paleis hemelwaarts steeg en toen uitgeput nederzonk, terwijl de andere, niettegenstaande alle aan gewende pogingen, tot geen luchtvaart te brengen was en met slappe leden aan het aardrijk gebonden bleef. Weinig tijds na 9 uur was het Waterlooplein tot zijn gewone een zaamheid wedergekeerdhet feest was geëindigd. En al was het naar het oordeel van enkelen niet zoo luisterrijk en de feestvreugde niet zoo groot geweest, als tien jaren geleden bij den terugkeer der troepen van de 3° Balische expeditie, de goede bedoeling der feest-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 253