14 met meer kracht tegen te gaan, heb ik op Ni as eenigemaatregelen genomen die, naar ik hoop, van goede uitwerking zullen zijn. Daar vele Maleiers, Atjehers enz. slaven en pandelingen houden, iets wat het tegengaan van den verboden uitvoer blijkens de ondervinding zeer verlamt, heb ik gelast dat de datoe's der zg. Maleische kampongs eene behoorlijke controle daarover dienen te houden, en vooral op die plaatsen waar gewoonlijk de uitvoer ter sluik van slaven plaats vindt. Als middel daartoe heb ik aangegeven dat een iegelijk aan zijn kamponghoofd dient op te geven hoeveel slaven of pandelingen hij bezit, en dat het aankoopen of aanwerven van nieuwelingen niet mag geschieden dan met medeweten van het kamponghoofd, dat ten allen tijde in staat moet zijn om het juiste getal slaven in zijne kampong aan den civielen gezaghebber op te geven. Hierdoor is genoemde ambtenaar in de gelegenheid, bij het vermoeden van fraude de zaak beter te kunnen onderzoeken en tot de overtuiging te komen of er werkelijk misdadige handelingen zijn gepleegd. „Voorts heb ik aan de hoofden der Maleische kampongs verboden, vreemdelingen van den vasten wal in hunne kampongs toe te laten, en hun gelast, bij aankomst van dergelijke personen, hiervan onmid dellijk aan den civielen gezaghebber te Goenoeng Sitoli kennis te geven; bij nalatigheid of verzuim zal het hoofd, of wel de geheele kampong, worden gestraft met eene geldboete, naar gelang van de om standighedenindien het hoofd aan medeplichtigheid schuldig is, met verbanning uit zijne kampong. „Het zal wel overbodig zijn hierbij te voegen dat het hoogst nood zakelijk is, ten allen tijde eene gouvernements kruisboot voor de wateren van Nias beschikbaar te hebben. Zonder zoodanig vaartuig zullen alle maatregelen van voorzorg tot bewaring der rust, tot wering van den smokkelhandel en tot tegengang van den slaven- uitvoer geheel vruchteloos blijven." De Gouverneur Van Swieten bracht den ten aanzien van Nias te bewandelen weg nu ter sprake bij de Indische Regeering. In zijnen brief van 28 Februari 1853 N°. 591 schreef hij o. a. „De maatregelen, die de resident genomen heeft om langzaam ons gezag en onzen invloed op eene voor de welvaart des volks voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 25