248 en Opper-Falémé, voor zooverre gij die uit de door U te verzamelen gegevens zult kunnen samenstellen. „Ik dring nogmaals aan op volstrekte geheimhouding ten op zichte van uwe zending; zoodoende alleen zult gij daarvan succes kunnen verwachten. Men moet omtrent uwe bedoelingen geen de minste vermoedens koesteren en nog veel minder omtrent de mijne. Gjj moet da bevolking omtrent onze toekomstige operatiën op een dwaalspoor breDgen. Spreek over de anderen hoofden van deze streek evenals over den Marabout. Tracht op alle mogelijke wjjzen berichten in ruil voor de uwe te krijgen. Stel tegenstrijdige vragen. Laat anderen weten, dat de colonne zich evenals vorige jaren naar Kita en Bammako zal begeven. Strooi bij de Malinké's het gerucht uit, dat wij met Lamine geheel hebben afgedaan en dat wij ons niet meer met hem willen bezig houden. Tracht U gidsen en verstandhouding te verschaffen voor het geval, dat wij de voor gestelde operatie uitvoeren Analoge instructiën, aan den luitenant Bonnacorsi ter hand gesteld, waren bestemd voor het geval, dat zich eene colonne langs den lin keroever van de Falémé regelrecht naar Diakha zou begeven. De rapporten van deze zendingen, die door de beide officieren met zeer veel overleg volbracht waren, werden mij den 15en No vember dadelijk bij mijne aankomst te Bakel overhandigd. De aan wijzingen, die zij bevatten, waren voldoende om het besluit te wetti gen, 2 colonnes samen te stellen en de plaats aan te wijzen, waar deze troepen zich in den beginne zouden opstellen en samen trekken. II Samenstellinguitrusting en bewapening van de beide colonnes. Zoodra ik het opperbevel over Fransch-Soudan op mij genomen had, vaardigde ik de orders N°'5. 9 en 12 uit voor de samenstelling der beide colonnes en hare concentratie te Arondor cn Diamou. Order N°. 9. De opperbevelhebber; Gezien het schrijven van den minister dd. 5 October 1886;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 263