250 i Officieren21 Europeanen108 Manschappen j jn]an(jers445 Paarden62 Muildieren210. III. De munitievoorraad zal bestaan uit: 120 patronen per infanterist; 60per cavalerist, kanonnier of drijver; 36 per revolverdragende. De infanterie-munitiecolonne zal bovendien per man nog 30 patronen bevatten. De sectie van 80 mM. berg zal uitgerust zijn met 98 schoten per stuk, waarvan er 42 in de artillerie-munitieeolonne komen. De sectie van 65 mM. zal uitgerust zijn met 112 schoten per stuk, waarvan 28 in de munitiecolonne. De artillerie-munitiecolonne zal overigens nog bevatten dynamiet en de noodige ontstekingsmiddelen. IY. De voorraad levensmiddelen zal bestaan uit: 6 dagen vivres bij den man, behalve voor de spahis; 2 dagen vivres in den trein van de intendance; 4 dagen gerst bij elk paard of muildier; 4 dagen gerst in den trein van de intendance. De spahis zullen slechts 4 dagen levensmiddelen met zich voeren en zullen de 4 andere dagen in den trein komen. Deze approviandeering zal onmiddellijk uitgedeeld worden, zooals zij hierboven is voorgeschreven en de korpsen zullen zich houden aan de aangegeven verhoudingen, ten einde bij het eerste bevel marschvaardig te zijn. V. De chef van den geneeskundigen dienst zal zijne ambulance inrich ten, ten einde gedurende 14 dagen in de behoeften der colonne te kunnen voorzien. YI. De chefs van korpsen en diensten zijn tegenover den opperbe velhebber verantwoordelijk voor de uitvoering der bevelen, in deze order vervat. Arondor, 19 November 1886. (tv. gGallieni. Volgens dezelfde beginselen werd bij order N°. 12 de 2e co lonne samengesteld onder de bevelen van den commandant van een bataljon marine-infanterie Vallière.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 265