253 uit Kayes en Bakel en door dragers, in alle Sarracoolsche landen gerequireerd. De levensmiddelen en ammunitie werden, al naar ge lang zij aankwamen, zorgvuldig opbewaard in stroohutten, opgericht door de tirailleurs van de 3e compagnie in garnizoen te Sénoudébou. Te zelfder tijd richtte de 2e colonne een depot voor 10 dagen levens middelen op te Bontou aan de Falémé op 140 KM. van Diamou en 100 KM. van Sénoudébou. Het verzamelen van dezen voor raad was verricht door de muildieren, ezels en dragers, die men hiertoe van den verplegingsdienst had genomen. De bergachtige en rotsachtige natuur van Bambouk maakte deze onderneming tot een der moeilijkste. Dank zij de volharding en de werkzaamheid van den kapitein der marine-infanterie Oberdorf, werd zij echter tot een goed einde gebracht. Ik mag niet nalaten te vermelden, dat de samentrekking van levensmiddelen op deze beide punten niet mocht schaden aan het voorzien van onze posten, die reeds over gebrek begonnen te klagen en aanvoer van levensmiddelen verzochten. 10 December 1886 hadden Sénoudébou en Bontou den aange wezen voorraad ontvangen en waren zij gereed om als tusschen-de- pots te dienen tusschen Arondor, Diamou en het operatietooneel IV. Voorbereidende maatregelen in de kampen van Arondor en Diamou. Te gelijker tjjd met het verzamelen der levensmiddelen te Sénoudé bou en Bontou, hadden de beide colonnes zich in hunne kampen van Arondor en Diamou gevormd en maakten zij zich door eene instructie, gegrond op de eigenaardige toestanden bij de oorlogen in Senegambië, tot het uitrukken gereed. De sterktestaten gaven gedetailleerd de samenstelling van elke colonne aan. Hunne organisatie bevatte eenige nieuwigheden, die ik noodig had gevonden in te voeren, door de ondervinding bij vorige expeditiën opgedaan, en de eigenaardige moeilijkheden, voort spruitende uit het klimaat en de te doorloopen afstanden, Deze nieuwigheden waren de volgende:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 268