254 1°. Bewapening van de Senegalsche tirailleurs en de marine-in- fanterie met geweren systeem Kropatsclieck model 1884. Onze co lonnes in Soudan moeten steeds optreden tegenover eene groote over macht. De ongezondheid van het klimaat, de moeilijkheden, aan de approviandeering verbonden, leggen hun den plicht op, snel en af doend te handelen. Aan den anderen kant behoort verlier. aan men- schenlevens zooveel mogelijk voorkomen te worden; want het is moeilijk versterking te ontvangen en de gewonden en gesneuvelden te vervangen. Verder is het noodig te weten, dat elke nederlaag, door onze wapenen in Soudan ondervonden, oogenblikkelijk leiden zou tot een algemeenen opstand der bevolking. Uit al deze beschouwingen volgt, dat de bewapening, die aan de infanterie onzer colonnes wordt ter hand gesteld, eene zoo volmaakt mogelijke moet zijn, hetgeen mij er toe bracht aan elk soldaat der marine-infanterie en aan de tirailleurs repeteergeweren te doen uit reiken, niettegenstaande de dikwijls tegenovergestelde adviezen van de commandeereDde officieren dier troepen. Voor de marine-infanterie konden hiertegen geen ernstige bezwa ren bestaan. Het geheele Fransche leger zou weldra van repeteer- wapenen voorzien worden. Het was dus slechts eenige maanden vooruitloopen op een maatregel, die weldra algemeen zou zijn. Wat de Senegalsche tirailleurs aangaat, vestigden hunne officieren de aandacht op het eigenaardige karakter van hunne zwarte sol daten, hunne onvoldoende bedrevenheid in het vuren en het groote munitie-verbruik, dat het gevolg zou zijn van de invoering dezer wapenen. Ik stapte hier echter overheen, want dezelfde redenen waren in 1880 opgegeven tegen het vervangen van het dubbele geweer der tirailleurs door het systeem Gras. En toch was het slechts aan dat wapen te danken, dat onze Inlandsche troepen met succes de overmachtige volken hadden kunnen bestrijden, die ons het acces van de Niger- vallei wilden ontzeggen. De Kropatschecks werden dus aan allen uitgedeeld en met alle kracht onderwijs in de behandeling dier vuurwapenen gegeven. De manschappen werden vooral geoefend in het salvovuur, waarvan het effect op de ongeoefende benden van onze tegenstanders verplet terend moest wezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 269