255 2°. Het voorzien van de marine-infanterie en alle Europeanen van de colonne van muildieren en Inlandsche paarden. De Euro peaan gaat in Soudan nooit te voet. Dit is een erkend feit. De hevige kracht der zonnenstraleu en de bloedarmoede, waaraan de blanken, die in dit klimaat verblijf houden, allen meer of minder lijden, laat hen niet die kracht ontwikkelen, die bij lange marschen van onze colonnes zoo zeer vereischt wordt. Men kan wel is waar aannemen, dat een krachtige, goed doorvoede man, geen bepakking dragende en gewoon om gedurende de warme uren van den dag veel buiten te zijn, te voet zou kunnen reizen en een zekere uitge strektheid van het land doorloopen Maar men kan zulks niet van den soldaat vergen, die belast is met zijne wapens, munitie en levensmiddelen, die niet vrij is in het kiezen van zijne marschuren, die aan een zeer zwaren nachtdienst is onderworpen en die gemid deld om de acht dagen koorts heeft. Bij lange marschen, onderne mingen in vijandelijke landen in verbinding met onze Inlaiidsche troepen, blijft de Europeesche soldaat spoedig achterhij zet zich neder aan den kant van den weg, laat de colonne voorbij zich heen trekken richt hij zich dan weder op, dan kan hij den te volgen weg niet vinden en valt hij in handen van vijanden, die op verken ning uit zijn. Hij, die, begiftigd met een alles te boven gaande vol harding, tot het einde wil doormarcheeren, moet zich bij aankomst op de etappeplaats te rusten leggen en blijft dan gedurende den ge- heelen dag onbekwaam om ook maar den minsten dienst te verlichten. Ik stelde dus in beginsel vast, dat elk Europeesch soldaat bere den moest zijn. Deze combinatie verschafte bovendien nog andere voordeelen. Ten eerste behoefden nu geen muildieren met zieken- draagstoelen voor de ambulance te worden medegenomen, want ieder man had zijn eigen rijdier. De muildieren met ziekendraag- stoelen hadden trouwens niet gebruikt kunnen worden in de te doortrekken streken, daar de doornboomen den marsch telkens ophielden en iedereen noodzaakten zich op zijn rijdier neer te leggen. Bovendien konden de bereden manschappen nu minstens vier dagen levensmiddelen ontvangen, waardoor de mede te voeren trein van muildieren en dragers belangrijk verminderd werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 270