17 zoek behooren ingesteld te worden ten aanzien van het land en de bevol king van Ni as. Voor het geval dat de Gouverneur-Generaal zich met dit denkbeeld kon vereenigen, werd deze gemachtigd daaraan gevolg te geven. Naar aanleiding van deze machtiging werd de (inmiddels tot ge- neraal-majoor bevorderde) gouverneur Van Swieten gehoord om trent de wijze, waarop bedoeld onderzoek zou kunnen worden in gesteld, en de daaraan verbonden kosten. Diens advies, dd. 13 Februari 1854 N°. 388, behelst verschillende nadere bijzonderheden omtrent den op Ni as heerschenden toestand wij meenen daarom het volgende daaruit te moeten overnemen. „De maatregelen, verhandeld bij besluit van 4 Mei 1853 N°. 2, hebben ten opzichte van het eiiand Ni as reeds eene goede uitwerking ge had, hoe gering ook de hulpmiddelen waren. Ik kan zelfs zeggen dat zij geheel aan het oogmerk hebben voldaan, dat toch aanvankelijk slechts is geweest om door eene vriendschappelijke aanraking met de bevolking van het binnenland grooter vertrouwen op het Neder- landsch gezag te vestigen, en bij haar deu wensch op te wekken naar eene groote bemoeiing van het gouvernement met de inwendige aangelegenheden van land en volk, ten einde daardoor later met meer vrucht en minder tegenstand op de beschaving van het volk en de invoering van stoffelijke en zedelijke welvaart te kunnen werkeu. „Van eene grootere toenadering bij de Niasser bevolking heeft, na de invoering van de bovenbedoelde maatregelen, de resident P. T. Couperus reeds de blijken gezien gedurende eene reis, die hij langs de stranden en een gedeelte van het binnenland heeft gedaan. Wel is waar heeft het hoofd van het landschap Lagoendi gewei gerd zich bij den resident te vervoegen of hem bij zich te ontvan gen, maar dit geschiedde meer uit vrees dan uit wrevel, daar toch later den civielen gezaghebber van Goenoeng Sitoli eene goede ontvangst te Lagoendi te beurt viel, en hem het leedwezen van voormeld hoofd werd betuigd dat hij den resident niet de ver schuldigde beleefdheid bewezen had. In 1847 is te Lagoendi eene militaiie expeditie geland, die zware tuchtiging en verwoestingen heeft opgelegd wegens verkeerdheden, die vermoedelijk meer uit misverstand dan uit kwaad opzet zijn ontstaan. Deze expeditie had Dl. I, 1890 o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 28