281 „De generaal-majoors worden niet gerekend tot een wapen te behooren „en worden, evenals de adjudanten der generaal-officieren, gevoerd a la „suite van den staf, het wapen of dienstvak, waarvan zij afkomstig zijn,'1 De aanhef van dat artikel had moeten zijn „De generaal-majoors en uitgezonderd die, bedoeld in het vol gende artikel worden niet gerekend tot een wapen enz., enz.'' Artikel 11. Yolgens schrijver behoort een 20 luitenant minstens drie jaren in dien rang gediend te hebben, alvorens tot len luitenant bevor derd te kunnen worden. Aangezien de dienst in beide rangen niet het minste verschilt, komt dergelijke bepaling mij niet billijk voor. Waarom trouwens niet volstaan met den enkelen rang van luitenant? Evenals bij de ka piteins kon dan eene verdeeling in twee (of drie) klassen worden aangenomen. Artikel 14. Het peloton ordonnansen bestaat uit: 1 luitenant 1 fourier 4 Europeesche wachtmeesters 6 Europeesche cavaleristen 4 Europeesche trompetters 4 lnlandsclie wachtmeesters 6 Inlandsche cavaleristen en 25 troepenpaarden. Het personeel behoort tot het wapen der cavalerie. Waarom ontbreekt de graad van aspirant-onderofficier (korporaal) bij het peloton ordonnansen? Artikel 15. Bij het korps stafmuzikanten onderstelt schrijver o. a 1 stafmuzikant 1° klasse (sergeant-majoor voor de politie), 28 stafmuzikanten le, 2e en 3e klasse (sergeanten), en élèves-staf'muzikanten der le en 2e klasse. Waarom voor één klasse twee graden en daarenboven voor één graad nog weer drie klassen aangenomen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 296