284 dauten in Atjeh en Palembang (dat zijn de commandanten van het 5C en 7e garnizoensbataljon) ouder kolonel zijn dan bedoeld inspec teur. Alleen ten koste van herhaalde overplaatsingen zou daartegen gewaakt kunnen worden. Is het personeel over het geheel genomen niet te uitgebreid? Zou de tweede hoofdofficier bijv. niet gemist kunnen worden? Artikel 33. Behoeft niet gerekend te worden op de verdediging van Sumatra's Westkust tegen een Europeeschen vijand, dan kunnen 2 van de 22 veldbataljons vervallen. Artikel 35. In het bij artikel 33 bedoeld geval zal het 4° gar nizoensbataljon, dat voor Sumatra's Westkust bestemd is, moeten wor den uitgebreid met 3 mobiele compagnieën en 3 detachementen voor Fort de Koek. Tengevolge van deze uitbreiding zal dan tevens het commando over dit bataljon bij een kolonel behooren te berusten. Voor het 7e garnizoensbataljon (Palembang), sterk 3 mobiele compagnieën en 14 detachementen, alzoo 3 X 147 -j- 14 x 50 1141 minderen, zijn uitgetrokken 1 kolonel en 2 luitenant-kolonels of majoors. Daarentegen voor het 9e garnizoensbataljon (Zuider-en Ooster- afdeeling van Borneo), tellende 2 mobiele compagnieën en 18 deta chementen, of 2 X 147 -j- 18 X 50= 1194 minderen, slechts 2 luitenant-kolonels of majoors. Behoorde hier niet evenzeer een kolonel aan het hoofd te staan Artikel 36. De korpsen en inrichtingenwelke niet in tactisch ver hand staanzijn-. 3. De hoofdcursus. 4. De cursus te Batavia. 5. De cursus te Semarang. 6. De cursus te Soerabaia.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 299