286
18 officieren (waaronder 1 luitenant-kolonel of majoor en
5 kapiteins) en 253 minderen.
Zouden beide strafdetachementen niet zeer goed tot één vereenigd
kunnen worden? De bestaande formatie van 18 officieren, waar
onder 1 majoor en 4 kapiteins, benevens 240 minderen kon alsdan
belangrijk worden verminderd. Zoo noodig kan immers opnieuw
tot uitbreiding en splitsing worden overgegaan.
15. Het korps pupillen.
Het ligt voor de hand, dat slechts weinigen de geschiktheid en de
roeping bezitten om als commandant over dit korps op te treden.
Berust het bevel er over in goede handen, dan is het veel waard
het niet al te spoedig op een ander te doen overgaan, en verdient
het wellicht aanbeveling daarvoor niet een kapitein, doch een kapi
tein of majoor aan te wijzen.
Artikel 38. Het wapen der cavalerie bestaat uit,-.
2. 7 veldeskadrons.
Tegen eene indeeling van het veldeskadron in drie pelotons en de
daarmede verband houdende sterkte van 88 troepenpaarden legde
ik reeds vroeger mijne bezwaren bloot.
Blijft de thans van kracht zijnde formatie van 128 troepenpaar
den bestaan, dan wordt, bij het door schrijver aangenomen stelsel
van verdediging, zoowel voor de 2e als voor de 4° brigade (Soe-
rabaia en Tjilatjap) een half veldeskadron voldoende geacht, en
zouden dus niet 7, doch 6 veldeskadrons noodig zijn.
Waarom wenscht schrijver den standaard van het regiment te
Batavia Omdat de chef van het wapen wat niet hetzelfde
beteekent als regimentscommandant daar verblijf houdt? Te Ba
tavia zal nooit meer dan één eskadron aanwezig zijn. In Midden-
Java daarentegen kunnen twee tot vier eskadrons vereenigd worden.
Artikel 43. De artillerietroepen ivorden onderscheiden in: