289 Wat verder de formatie van de veld- en berg- (lichte veld-) bat terijen betreft verdeeling in liniën, aantal hoofdofficieren, minder personeel, enz. wordt verwezen naar 't geen ik daarover schreef in de 9e aflevering, 1887, van dit tijdschrift. Waarom zijn geen wagenmakers ingedeeld bij de batterijen (zie bijlage E) d. de mobiele sectiën. Met intrekking van de voor Sumatra's Westkust overbodig geoor deelde lichte veld batterij zal in dit gewest een mobiele sectie gele gerd moeten worden. Artikel 49. Tot de korpsen, inrichtingen, enz. welke niet in tac tisch verband staan, behooren 5. de kaderschool. Reeds vroeger werd opgemerkt, dat er twee kaderscholen noodig zijn, eén voor de bereden en één voor de vestingartillerie. Bij eerstbedoelde behoort een zeker aantal paarden aanwezig te zijn. Hoe kan anders een Europeesch kanonnier tot korporaal worden opgeleid? De daarbij geplaatste Eur. en Inl. korporaals mogen bovendien niet maanden lang van njkunstig onderwijs verstoken blijven. Ook moeten velddienstoefeningen te paard gehouden worden. Artikel 53. De bestaande formatie, betreffende het korps maga zijnmeesters der artillerie is in haar geheel door schrijver overgenomen, doch zal wel verminderd kunnen worden, indien het Aoo/Bmagazgn' van oorlog en de verschillende artilleriewerkplaatsen binnen de cen trale stelling liggen. Op de overige plaatsen, waar noodig, kan in dat geval immers met 7m(pmagazijnen worden volstaan. Artikel 54. Wat in het vorige artikel over het korps maga zijnmeesters der artillerie werd gezegd, geldt in zijn geheel voor de conducteurs bij genoemd wapen, waarover dit artikel handelt. Dl. 1, 1890. 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 304