290
Artikel 59. De geweermakers-ateliers zijn verdeeld in
6 Artillerie-ateliers
8- Garnizoens-ateliers der le klasse,
v v n 2e
11 3e
De bestaande formatie geefc aan: 6 Artillerie-ateliers en 6, 14 en
11 Garnizoens-ateliers, respectievelijk der le, 2e eu 3e klasse..
Schrijver stelt alzoo vermeerdering van het aantal garnizoens-ate
liers voor met twee der le en twee der 2e klasse.
Waarom? Java telt thans 19 garnizoenen, Klatten, Ngawi en
Gombong daaronder begrepen. Schrijver geeft er eveneens 19 aan,
omdat hij de strafdetachementen en de pupillenschool laat, waar ze
nu zijn. (zie artikel 66)
Wat de buitenbezittingen betreft, bestaan slechts onbeduidende
verschillen tusschen de bestaande en de voorgestelde garnizoens
plaatsen deze loopen over enkele posten met 1 detachement tot
bezetting, als bijv.Billiton, Pangkallan Siatar, Bindjey, Boe-
kit-Koeboe, Soeroelangoen, Nanga Badou en Mandor. Dat vermeer
dering van geweermakerspersoneel noodig is, ligt voor de hand, want
schrijver stelt uitbreiding van het leger voor. Yermeerdering van 't
aantal ateliers komt mij evenwel onnoodig voor, 't aantal ateliers
toch hangt af van 't aantal garnizoenen.
Artikel 60. Het artillerie-depot voorziet in de aanvulling van de veld
en lichte veldbatterijen en de artillerie der buitenbezittingen.
De artillerie-depot-compagnie voorziet in de aanvulling van de vesting
artillerie op Java.
Tot het eerste behooren 2 detachementen, als 1 voor Djokdjakarta en
1 voor Soerakarta.
Het wapen der artillerie heeft behoefte aan twee depotséén voor
het bereden gedeelte en een voor het niet-bereden gedeelte er van.
Het door schrijver bedoelde artillerie-depot zal dus moeten voorzien
in de aanvulling van de veld- en lichte veldbatterijen en van de mobiele
sectiën, doch niet in die van de vestingartillerie der buitenbezittingen.
De detachementen voor Djokdjakarta en Soerakarta mogen alzoo
evenmin tot het artillerie-depot behooren.
