295
4°. Vallen 4 en 2 dan ligt E op 0.3 x LS50 6M.
vóór A, dus 18 M. te kort, men gaat alsdan met 3 °/00 vooruit.
5°. Vallen 5(en 1 dan ligt E op 0.7 x ES50 15 M.
vóór A, dus 27 M. te kortwaarom men eene correctie voorwaarts
van 4.5°/00 zal moeten geven.
Gereedelijk zal men uit het bovenstaande ontwaren, dat men voor
het geven van deze correctiën niet noodig heeft de spreidingsschaal
te raadplegen, wanneer men zich slechts de twee coëfficiënten 0.7 en
0.3 in het geheugen prent.
In stede van de LSgö zou men ook van de HSs0, welke hier
3.9 M. is, kunnen gebruik maken om de gemiddelde baan ter gewilde
plaatse te brengen. Vallen bijv. 5(en 1 (-{-), dan gaat de baan
0.7 x 3.9 2.7 M. beneden de kruin der dekking. Wjj zagen
echter hierboven, dat met eene lengte vau AE 12 M. eene hoogte
van A Gr 2.2 M. overeenkomt; de baan gaat derhalve 4.9 M. te
4 9
laag, waarvoor ongeveer 4°/00 meer opzethoogte moet ge-
1.3
geven worden, hetgeen ongeveer met de waarde, in de eerstgevolgde
methode verkregen, overeenkomt.
De bij het indirecte vuur gebezigde ladingen zijn niet groot en het
is gebleken, dat, wanneer het kanon niet onophoudelijk gereinigd
wordt, bij die kleine ladingen de vuurmond allengs in dracht ver
mindert. Heeft men na de groep eene correctie voorwaarts gegeven,
dan zoude het toch nog kunnen gebeuren, dat de eerste 3 schoten
der nieuwe groep vallen. Volgens de schietregels zou men, bij
het directe vuur, dus wanneer het gemiddelde trefpunt in de kruin
van de borstwering moet liggen, met correctie voor de eerste grens
vooruitgaan, te meer nu dat het gewilde trefpunt voorbij die kruin
moet liggen.
Bij de eerste 3 schoten ga men dus met correctie voor de
eerste grens voorwaarts.
Dienst op den 20™ Mei 1889.
Te 1 uur voor gedetacheerde officieren bespreking.
Dienst op den 21™ Mei 1889.
Te 8 uur schietoefeningen voor gedetacheerde officieren en onder-