20
„De wijze, hoedanig de verdeeling in districten zal moeten ge
schieden, en de plaatsen, waar de Europeesclie gezaghebbers moeten
gevestigd zijn, zal eerst kunnen beslist worden nadat een opzettelijk
onderzoek de nationale verwantschap der onderscheiden volksstammen
zal hebben doen kennen en de geschiktste punten voor de centrali
satie zal hebben aangewezen. Het komt mij echter voor, dat, hoe
spoediger deze organisatie tot stand zal komen, het zooveel te beter
zijn zal. Er verloopt toch veel tijd, alvorens de gecommitteerde
rapport zal hebben uitgebracht en de regeering daarop heeft kunnen
beslissen. Inmiddels zullen de vreemdelingen, hierboven bedoeld,
veel kwaads hebben kunnen doen en aan de bedoelingen van het
gouvernement vele hindernissen in den weg kunnen leggen. Het
zoude mij, met het oog daarop, doelmatig voorkomen dat aan mij de
machtiging werd verleend om, naarmate de behoefte wordt gevoeld
en het noodige licht zal zijn verkregen, drie posthouders op een
traktement van f 150. 's maands te benoemen, die den civielen
gezaghebber van Goenoeng Sitoli als hoofd en als middelpunt
van het gezag erkennen.
„Hoezeer deze posthouders met het plaatselijk gezag over de In
landers zullen moeten belast worden, hetwelk eenigermate met de
aangenomen beginselen strijdt, acht ik deze klasse van ambtenaren
daartoe nochtans beter geschikt dan jonge ambtenaren of controleurs
van het binnenlandsch bestuur, wier grootere beschaving en fijnere
opvoeding niet bestand zijn tegen de vele ontberingen van allerlei
aard, welke aan een eerste verblijf in de binnenlanden van het
eiland Nias zal ziin verbonden. Posthouders van middelbaren leeftijd
kunnen minder intellectueele kennis bezitten, maar gewoonlijk hebben
zij meer practische hoedanigheden, meer tact om te handelen, meer
bezadigdheid en geduld, dan jeugdige, som3 onervaren ambtenaren
van hoogeren stempel. De eersten weten zonder veel omslag uit
te voeren en tot stand te brengen wat de anderen voor onmogelijk
hielden. Het is ook licht te bevroeden dat de hoofden zich beter
aan de leiding van ondervindingrijke, eenigszins bejaarde gezagvoer
ders zullen onderwerpen, dan aan jongeren, wier leeftijd en onder
vinding op hen niet imponeeren. Maar om hen, die de eerste ont
ginningen op dezen akker van zedelijke onbeschaafdheid zullen moeten