318 wil men op een gegeven oogenblik over een voldoenden voorraad patro nen kunnen beschikken zoolang acht do ondergeteekende het niet voor zichtig tot de invoering van eene nieuwe kruitsoort over te gaan. Af gescheiden hiervan kan men in verband met den loop der reeds genomen en nog te nemen proeven met geweren van kleiner kaliber, met grond verwachten dat men in die aangelegenheid, indien zulks noodig mocht wezen, vrij spoedig tot eene beslissing zou kunnen komen. „De ondergeteekende kan dan ook de verzekering geven, dat hij reeds sinds geruimen tijd op die aangelegenheid ernstig zijne aandacht heeft gevestigd en het noodige deswege reeds heeft verricht en nog zal ver richten. „In verband met het voorgaande ligt bet voorshands niet in het voor nemen van den ondergeteekende, met de transformatie van geweren ver der voort te gaan dan het voorgenomen aantal van 50000 stuks, en zulks in het vertrouwen dat men na eenigen tijd tot de invoering zal kunnen geraken van een goed geweer van verkleind kaliber, met het daarbij be- hoorend vertrouwbaar buskruit." Overeenkomstig de toezegging des Ministers van Koloniën zal het geen over het bewapeningsvraagstuk van het Indische leger door verschillende sprekers bij de openbare beraadslagingen betreffende de Indische begrooting voor 1890 in de Tweede Kamer der Staten- generaal in het midden werd gebracht aan het oordeel van den com mandant van het Indische leger worden onderworpen; een degelijk advies over dat belangrijke vraagstuk zal zich dus niet lang laten wachten en men mag dus aannemen dat de oplossing daarvan eer lang een belangrijke schrede voorwaarts zal worden gebracht. Behalve ten opzichte van de zg. Indische brigade werd, als naar gewoonte, in de tusschen den Minister van Koloniën en de Eerste Kamer der Staten-generaal bij de behandeling der Indische begroo ting gewisselde stukken niet in details van militairen aard getreden. Openbare beraadslagingen bleven ditmaal geheel achterwege. Januari 1890. E. K. A. de Neve.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 333