324 Bij de overige veldbataljons achten de luitenants zich al gelukkig, als zij met hun tweeën bij de compagnie dienen. En bij de depotbataljons? Is bij die korpsen het bij delegerfor- matie voorgeschreven aantal luitenants present? Yerre van dien. Niet lang geleden o. a. deed bij sommige compagnieën van het le Depotbataljon slechts één luitenant dienst. Zelfs bij de veldbataljons te Atjeh bestaat dikwijls gebrek aan luitenants; zoo o. a. commandeerde bij het gevecht op den 26en Juli 1889 een 2e luitenant eene compagnie. Vermindert men nu overeenkomstig het voorstel De Neve de formatie van het wapen der Infanterie met 50 luitenants, dan kan men er zeker van ziju, dat bij de meeste veldbataljons nimmer over twee luitenants per compagnie d. w. z. bij iedere compagnie van het korps kan worden beschikt. En dit toch wenscht de Heer De Nevedaarvoor wil hij immers bij ieder veldbataljon eene reserve van twee luitenants indeelen. Dat sommige veldbataljons over drie luitenants per compagnie kunnen beschikken, geschiedt ten koste van de depotbataljons en de andere korpsen en inrichtingen. Zoo o. a. waren op 1 Januari jl. bij de strafdetacheinenten vide meerbedoelde Naam- en Ranglijst slechts 6 luitenants, terwijl de formatie 12 officieren van dien rang noodig acht. Het incompleet aan luitenants drukt in hoofdzaak op de veld bataljons en de depotbataljons; bij de garnizoenstroepen moet uit den aard der zaak iedere vacature zoodra mogelijk worden aangevuld. Een ander bezwaar tegen de vermindering van de formatie met 50 luitenants is het volgende. Op blz. 335 zegt de Heer De Neve: „Hoe meer officieren eene formatie geeft, hoe gunstiger de verhou ding tot hot aantal soldaten wordt en hoe meer waarborgen voor eene goede aanvoering aanwezig zijn." En nu tegelijk met zijn voorstel, om de sterkte der compagnieën van het veldbataljon op te voeren tot 175 minderen, wenscht hij eene vermindering van het aantal luitenants. De verhouding tusschen het aantal officieren en dat der soldaten wordt dus in dubbele mate ongunstiger. Waar thans gemiddeld 29 soldaten op 1 officier en per com-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 339