22 „Tegelijk met het bovenbedoelde onderzoek zal eene geographische en topographische opneming van het eiland moeten geschieden, ten vervolge van die welke over het geheele gebied van het gouvernement Sumatra's Westkust door den toenmaligen kapitein L. W. Beijerinck is volbracht. De opneming van Nias, die onder de leiding van dezen officier door den luitenant L. F. Donleben heeft plaats gehad, heeft thans geen groote waarde meerniet zoo zeer, omdat zij niet goed geschiedde, dan omdat het eiland destijds nog weinig toegankelijk was. Op de mogelijke tegenwerping, dat eene kaart, in den tegenwoordigen tijd gemaakt, na eenige jaren wellicht ook geen trouwe schets van de topographische gesteldheid des lands meer zijn zal, geef ik in bedenking dat wel de gemeenschapswegen, de landbouw en de welvaart onder den invloed van het Nederlandsch gezag zullen vermeerderen, maar dat alle andere toestanden, betreffende den grond, de negorijen, de rivieren, de bergen en heuvels, de baaien, in hammen en ankerplaatsen zullen blijven bestaan, en dat het voor mij onmisbaar is daarvan eene goede kaart te bezitten, ten einde de gesteld heid van het land te kunnen overzien en met kennis van zaken te kunnen oordeelen en beslissen op vragen, die mij zullen worden gedaan door de ambtenaren, welke onder mijn toezicht met het bestuur over Ni as zullen zijn belast. Voor deze taak heeft de adjudant-onderofficier O. B. H. C. von Rosenberg de vereischte geschiktheid. Hij is sedert vele jaren met dergelijke werkzaamheden vertrouwd en ook in staat, den gecommitteerde in zijne ethnographische, botanische en ge ologische nasporingen behulpzaam te zijn. „Men heeft tot nu toe altijd gedacht, dat de vestiging van ons gezag op Ni as niet zonder eene belangrijke militaire occupatie zoude kunnen geschieden; minstens 300 man werden daartoe noodig geacht. De groote onkosten, daardoor veroorzaakt en de moeielijkheid om a priori die occupatie met eenige kennis van zaken te regelen, deden steeds de bemoeienis met dat eiland verschuivenook mij huiverde het om door den sterken arm te verwerven wat eene missie van be schaving, van weldaad en van vrede zou moeten zijn, om veel ten koste te léggen aan eene zaak, die zichzelve aanbeveelt. Yandaar mijne pogingen om door vriendschappelijke aanraking toenadering en vertrouwen te verwerven bij dit volk, dat het Nederlandsche

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 33