325 pagnie komen, zal alsdan de verhouding 1 op 50 wordenslechter dan bij een der rijken in Europa uitgezonderd Frankrijk en dat bij een leger in de tropen, waarbij het verloop veel grooter is, dan in Europa, de aanvulling veel moeielijker en bij een oorlog tegen een Europeeschen vijand onmogelijk is. En te velde zal toch ook de adjudant-ouderofficier den luitenant niet kunnen vervangen; dat zich aldaar gevallen kunnen voordoen, waarin de diensten, door vaak jonge officieren te verrichten, evengoed aan geroutineerde, flinke onderofficieren kunnen worden opgedragen, kan hiervoor niet den doorslag geven. Wil men den adjudant-onder officier als luitenant beschouwen, dan moet hij ook in alle omstandig heden dien officier kunnen vervangen, en dit is niet mogelijk. De eischen bijv., die de vuurleiding stelt, zijn met de invoering der achterlaadgeweren steeds grooter geworden en zullen nog meer aan groeien, wanneer de legers met repeteergeweren (1) worden bewapend, zoodat men gerust kan aannemen, dat alleen aan officieren genoeg in- tellectueele ontwikkeling kan worden toegeschreven, om den strijd vol gens de regels, aangegeven in het Voorschrift voor het gevecht, te voeren. Boven haalde ik reeds aan dat een 2e luitenant bij het gevecht aan Ivota Toeangkoe op 26 Juli a p. eene compagnie aanvoerde. Het geval zoude zich nu evengoed kunnen voordoen, dat de adjudant onderofficier, dien de Heer De Neve in de plaats van den 3™ officier der compagnie van de veldbataljons wil stellen, die compagnie had moeten aanvoeren. En daartegen zal hij, evenals ik, wel bezwaar hebben. Een derde bezwaar is, dat door de vermindering der formatie met 50 luitenants, de dienst der luitenants bij de veldbataljons aan merkelijk zal worden verzwaard. De adjudant-onderofficier mag bijv. geen weekdienst verrichten, niet als luitenant van piket optreden, geen lid van den krijgsraad zijn, niet gecommandeerd worden voor gerechtelijke informatiën, enz. Is er dus tijdelijk slechts een luitenant bij de compagnie wat bij aanneming van het voorstel De Heve zeer, zeer dikwijls en gedurende langen tijd zal plaats hebben, dan heeft die luitenant voortdurend de week. Een aangenaam vooruitzicht; (1) Over betrekkelijk korten tijd zal ook het Indisch leger wel met repeteergeweren bewapend moeten worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 340