332 compleet van het officierskorps destijds niet gewenscht was. Hoe het ook zij, die reden bestaat thans niet meer; het incompleet is bij alle wapens sedert lang verdwenen; de redenen echter, die eene ver hooging van het kapiteinspensioen noodzakelijk maken, zijn echter niet alleen blijven bestaan, maar nog toegenomen. Het leveD in Europa wordt met ieder jaar duurderde kans, om de hoogere rangen te behalen, is voor de meeste officieren, ten minste voor het wapen der infanterie, zeer gering. De baton de maréchal is trouwens voor de meeste officieren de kapiteinsrangom het pensioen van dien rang te behalen, moet men den Lande 20 jaren in een afmattend klimaat, op een betrekkelijk gering traktement gediend hebben. De mogelijkheid om eenig kapitaal voor den ouden dag, voor de opvoeding zijner kinderen op zijde te leggen, bestaat niet; niets meer dan billijk is het dan ook, dat hij na volbrachten diensttijd een zoo danig pensioen ontvange, dat hij op bescheiden voet de welverdiende rust kan genieten. De billijkheid van den eisch, om het pensioensbedrag van den Indischen kapitein te verhoogen, springt nog meer in 't oog, nu een kapitein van het Nederl. leger, die eenige jaren in Indië heeft door gebracht, een grooter pensioen kan deelachtig worden dan geneen dat terwijl eerstgenoemde zijnen geheelen diensttijd in deze gewesten doorbracht en derhalve ook wel meer de gevaren en vermoeienissen van den werkelijken krijgsdienst heeft doorstaan. 3°. Het formuleeren van de eischen, waaraan kapiteins moeten voldoen, om in aanmerking te kunnen komen voor eene bevordering tot majoor. Wel bestaat er eene lange algemeene order omtrent de invulling der conduitelijsten, alsmede tal van aanschrijvingen hierop betrekking hebbende, doch, voor zoover mij bekend, is nergens aangegeven, aan welke bijzondere eischen een kapitein moet voldoen, wil hij voor den hoofdofficiersrang in aanmerking komen. Dat ieder bataljonscom mandant hieromtrent zijne eigene inzichten volgt, is dus niets meer dan natuurlijk; of hiermede echter wel de billijkheid wordt betracht en wat meer is de belangen van den staat worden behartigd, is eene andere zaak.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 347