342 hadden in de stad moeten plaats hebben en zeker had den vijand door aldaar heerschende ziekten groot verlies van volk ondergaan. Den 8 Augustus zondt men een Officier der Genie om de houten brug over de Rivier te verbranden, waarover een weg ging, die van Tanabang op den weg naar Meester Kornelis, bij het kamppong Malaijo uitkwam. Eene verhakking werd dwars over den weg ge maakt om tot dekking van deze post te strekken en de Officier, met de verbranding van de brug belast, keerde 's avonds weder naar het kamp terug. Intusschen was men den 8e en 9e Augustus nog bezig met het ontruimen van onze magazijnen en Hospitalen te Weltevreden. Den 10 Augustus was onze voorpost achter de verhakking, die dwars over den weg was gemaakt, geplaatst. De order behelsde van den vijand aftewachtendoch als deze aanstalten mcgt maken, om dezelve aantevallen alsdan op Meester Kornelis terug te trekken. En dit bevel om te retireren was zoo algemeen bekend en zoo diep in het gemoed van onze soldaten ingeprent dat het hun voorkwam, als of zij alleen daar gesteld waren, om na hunne geweren afge schoten te hebben, den post te verlaten en weg te loopen. Op halverwege van den post naar Meester Kornelis, was zeer doelmatig een ligne Regiment met twee veldstukken geplaatst, tot ondersteuning en dekking van den terugtocht van genoemde voorpost. De aanval der Engelschen had plaats den 10 Augustus's morgens ten 8 ure en om tien ure waren onze troepen binnen het kamp terug! Daarbjj hadden wij de twee veldstukken verlooren en het veld moeten ruimenmaar ik ben overtuigd dat wij de nederlaag alleen te danken hadden aan de bovenvermelde order, welke algemeen bekend was en onze soldaten de vlugt deed nemenOok verhinderde de verhakking, van onze zijde om den vijand tijdig genoeg waartenemen, waardoor hij ongemerkt achter de sirieboomen waarmede den weg aan beide zijden beplant was, de post kon omtrekken en overvallen. Het eerste vuur des vijands was zoo onverwacht als nabjj, doode veel van onze troepen en bijna alle de paarden van de Rijdende Artillerie. Verscheidene hoofdofficieren werden gedood of gekwetst; onder anderen werd den Adjudant Commandant Chef van den Generalen staf Alberti door twee geweerschoten zwaar gewond. Toen men terugtrok maakte het tweede Regiment dat op den weg

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 357