345
Het was alsof men vreesde de manschappen aan eenige geweerschoten
der Engelschen bloot te stellen. De troepen gaven luid hunnen wensch,
om zich met den vijand te meten, te kennen, maar men wist geen
geschikt gebruik daarvan te maken.
In den nacht van den 19 op den 20 Augustus werd een officier
der Genie alleen uitgezonden, in last hebbende om den oever der
groote Rivier op te gaan en te zien welke werken den vijand had
opgeworpen, en zoo dit mogelijk, tot onder de batterijen doortedringen,
derzelve stellingen en sterkte op te nemen, maar zich vooral niet te
laten overvallen, daar het beter was onverrigter zake terug te keeren
dan zich gevangen te laten nemen. Wat was hiervan het gevolg?
Op 400 schreden van onze werken ontmoette dien officier eene En-
gelsche patrouille die door 4 a 5 andere werd opgevolgd, zoodanig dat
hij zich achter een boom moest verschuilen, dan weder moest teruggaan
om niet ontdekt te worden en niets zag dan een klein vaartuig het
welk waarschijnlijk voor den vijand diende om de Rivier overtezetten
en op 1000 schreden van ons kamp, in een bogt welke de Rivier
vormde aan de overkant de weerschijn van een groot vuur waarnam
en hout hoorde vellen, een bewijs dat de vijand op die plaats werkte.
De 20 Augustus 's morgens om zes ure deed dien officier zijn rapport
en vroeg 50 vrijwilligers ter zijner beschikking, om met dezelve de
verkenning op nieuw te doen, de vijandelijke patrouilles die op lange
na die sterkte niet hadden terug te slaan en tot de vijandelijke werken
te kunnen doordringen, teneinde voor het minste te kunnen weten, wat
hem nog onbekend was, namelijk waar en hoe derzelve gelegen waren
Dit werd hem gewijgerd! De 20 Augustus 's avonds werd eene Kom-
pagnie Kavallerie eu eene Kompagnie Jagers, als voorpost geplaatst, op
den weg naar Tanabang, op het punt alwaar een dwarsweg van het kam
pong Malaijo uitgaat. Waartoe kon deze post dienen Yoor niets anders
dan om een overval voortekomeu. Maar het geheele Regiment Jagers
bivacqueerde buiten de brug in de tuinen van kampong Malaijo.
Men had onder deze brug brandstoffen geplaatst om dezelve te kun
nen vernielen en hield zich steeds gereed om het vuur daarin te
•steken. Er was voor het Regiment op een afstand van 300 passen
een keten schildwachten gesteld, en op elkander volgende patrouilles
hadden even goed iederen overval aan dezen kant kunnen verhin-