35! Het was een man vol geest en leven, met die opgewekte levens opvatting, die gaarne hopen en de zaken niet al te tragisch opnemen doet. In dienst steeds met gepasten ernst vervuld, was hij daar buiten vol scherts en vroolijkheid en men heeft het slechts te vragen aan zijne kameraden, aan zijne vele vrienden, hoe zij aan zijn be zielenden invloed de oogenblikken danken, waarin de door minder opgewekte toestanden van het oorlogsleven op het voorhoofd te voorschijn geroepen rimpels, plaats moesten maken voor een gullen lach, voor een helderder tegemoetzien van de toekomst. En die geest uiterst benijdenswaard voor den soldaat bleef hem ook bij in moeilijke oogenblikken. Een enkel voorbeeld ten bewijze. Toen op dien voor Wolvekamp zoo noodlottig geëindigden 26 Juli 1889, het 3° baton infie' waarbij hij diende, aangewezen was om het 14e baton- de behulpzame hand te bieden bij de vermeestering van Kota Toewankoe en, op het'oogenblik dat men het op de Blang Pangdjang in stelling gebleven 14e bat°\ voorbijtrok, een der kameraden van dit korps tot hem de vraag richtte: „zoo, is't van daag ook jelui beurt?" was het antwoord: „ja, want het 14° heeft er nog geen kaas van gegeten." En hij zeide dit, nadat men te Pakan Kroëng Tjoet de treurige overblijfselen had gezien van het door den vijand teruggeslagen detachement Yeerman en daardoor een voorproef had kunnen smaken van hetgeen allen dien dag nog te wachten stond. Bij zijne meerderen gezien, om zijne intellectueele meerderheid door zijne kameraden geëerd, imponeerde hij zijne ondergeschikten door zijne houding, zijne stem en zijne gebaren. Yan middelmatige lengte, geleek hij door zijnen forschen lichaamsbouw, zijn breede schouders eer klein dan groot, un homme trapu et bien campé sur les jambes, met een Hinken en fermen opslag in zijn oogen, zóó vertoonde zich W olvekamp in de volle kracht van zijn dertigste levensjaar, zóó ook vertoonde hij zich op den laatsten dag zijns levens; doch laat ons de geschiedenis niet vooruitloopen. Na bijna drie jaren in Nederland te hebben gediend, ging Wol vekamp, inmiddels tot sergeant opgeklommen, den 18en Oct. 1880 eene verbintenis aan voor zes jaren bij het Indische leger en kwam

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 366