353 „Ik ben overbrenger van belangrijke berichten." De hoop herleeft, en eindelijk, ja, onder de twee compagnieën van het 3e baton., aan gewezen om de in Edi bedreigde kameraden bij te springen, behoort de zijne, de 2" compagnie. Wij verzoeken den lezer wederom het verhaal der krijgsgebeur- tenissen in Edi te willen naslaan, voorkomende in de laatste afleve ring van den vorigen jaargang; ook thans zijne aandacht te willen wijden aan het gevecht van den 8en Mei en evenzoo nog eens op het oogenblik dat de klewangaanval plaats grijpt op de 4e compagnie van het 3e bataljon, welke compie. met het front naar het Noorden was gekeerd. De le en 2e compagnie van het korps hadden, front naar het Z. O., zich met gesloten groepen in gevechtsformatie ontwikkeld binnen den pepertuin, terwijl de laatste der pasgenoemde afdeelingen, den linkervleugel der gevechtslinie vormende, het bevel ontvangen had om eene frontverandering te maken naar het N., ter ondersteuning van de 46 compie., die op dat oogenblik met den klewangaanval werd bedreigd. Nauwelijks heeft de bevolen beweging een aanvang genomen, of de 2e compie. krijgt vuur van den tot op dat oogenblik aan haar oog onttrokken vijand, die dicht op hare linkerflank in stelling ligt. Luitenant Van Bloemen Waanders heeft bereids met lofwaardig élan zijn peloton in N. W. richting ten aanval aangevoerd, tot ontzet der teruggeslagen 4e compie., toen de kapitein Hausen, met het over blijvende peloton uit den pepertuin op de vlakte te voorschijn komende, den gevaarlijken toestand van het geheel in het oog krijgt. Veeltijd tot beraad is er niet; wat het zwaarste is m iet het zwaarste wegen de uit het N. zegevierend aanrennende vijand moet het eerst worden tot staan gebracht, en daarom snelt hij met drie groepen zijn onver- saagden luitenant ter hulpe, vooraf echter nog een paar wenken aan Wolvekamp gegeven, een groep hem achtergelaten, en weg is hij. Wolvekamp staat in het open veld met zeventien geweren om zich; hij staat daar om aan een zeer gewichtige op dracht te voldoen, doch zulks is hem ten volle toevertrouwd. Op zijn beleid, op zijn moed zal geen vergeefsch beroep zijn gedaan. Terwijl de vijand het vuur op hem en zijne manschappen richt, ver- Dl. I, 1890. 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 368