MILITAIRE ZlftZAG FANTASSIN. Ik moet nog even terugkomen op het slot van den vorigen zigzag. Het is mij toch gebleken, dat een enkele toelichting niet overbodig is te achten naar aanleiding van het door mij gebruikte woord débdcle. Ik verzoek namelijk daaraan de beteekenis te hechten van een onverwachte ommekeer van den gang van zakeneen ommekeer, die de grenzen nadeit van een catastrophe, van een ramp. En tot die meening ben ik zeker wel gerechtigd na de uitspraak van een zeer gevierde militaire autoriteit van die dagen, dat met de troepenmacht der le Atjehsche expeditie alles kon worden ondernomen, dat die troepenmacht voor niets zou staan en voorts, wanneer men in het oog houdt, welken indruk het mislukken der expeditie in en buiten het leger, zoowel hier te lande als in Nederland heeft gemaakt. De vraag rijst nu: is het echter wel juist gezien, heeft het niet veel van overdrijving, om tusschen dien ongunstigen afloop en de wijze van inspecteeren van dien tijd verband te zoeken en geheel voorbij te zien, welke omstandigheden toch algemeen worden geacht tot die catastrophe te hebben geleid, waaronder de onvoldoende voorbereiding, gelijk men later meermalen beweerde, eene eerste plaats innam? De mededeeling mag hier niet achterwege blijven, dat het een cul- turgeschichtlicher TJeberblick^ is, dien ik van onze infanterie tracht te leveren, zoodat ik mij dan ook, zoowel bij de vorige als bij de nog vol gende beschouwingen, hoofdzakelijk heb geplaatst op een zielkundig, op een psychologisch standpunt. Dat klinkt wel wat geleerd, het is zooik hoop vooral door dat woord ook geen al te hooge verwachtingen ta wekken voor mijn arbeid, maar werkelijk, ik vermeen het door mij ingenomen standpunt niet anders le kunnen omschrijven. DOOR

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 373