363
had gevoeld." Onze infanterie, geoefend volgens de op Nedetlaudsche
leest geschoeide reglementen, had van de vroegste tijden af hare
oorlogstaak met eere volbracht, maar zij was dan ook nog nimmer
een tegenstander tegemoet getreden, die zulk een hardnekkigen en
taaien weerstand bood. Had men in vroegere jaren dan ook al eens
terloops eene leemte gevoeld in het oefeningsstelsel, het „al doende
leert menhad dra het nadenken in slaap gesust.
Thans, met onze nieuwe reglementen en met ons eigen gevechts
voorschrift, komen wij bij een terugblik op het verledene tot het
besef, dat die uit Nederland overgenomen reglementen een ware
ramp voor ons wapen zijn geweest.
Zij hebben tot het ongelukkige denkbeeld geleid, dat de uit het
moederland in ons leger tredende geoefenden officieren en kader
in de eerste plaats tegelijk met hun overgang de geschiktheid
medebrachten voor de krijgvoering in deze gewesten, zoodat men dan
ook hunne nadere vorming voor het oorlogsbedrijf meende te kunnen
achterwege laten.
Zij hebben ook het schadelijke gevolg gehad, dat men de Indische
infanterie op dezelfde wijze oefende als de Nederlandeche, alsof er
tusschen beide geen verschil bestond in organisatie en alsof beide in
werkelijkheid één en dezelfde taak te vervullen hadden. Die ver
keerde zienswijze zetelde zelfs in menig infanterieaanvoerder, die
als zoodanig bogen kon op ongewone reputatie.
De tijden liggen nog maar zeer kort achter ons zoo zij wel reeds
geheel achter ons liggen dat men op eeu vierkant exercitieveld van
250 M. zijde, een beeld zag geven van den Europeoschen veld
slag met zijne verdeeling van het aanvalsterrein in drie of meer zones,
waarvan de verst verwijderde in de werkelijkheid gelegen tusschen
4000 en 2400 M. van de tegenpartij met verkrachting van elk gezond
begrip omtrent zien in een, om zijn krachtigen plantengroei bekend
tropisch gewest, door eeu strook van twintig tot deriig pas diepte
op het exercitieveld den troep werd aangeduid als de zone, waar
men vau lieverlede uit de toevalstreffers der vijandelijke artillerie
in haar werkdadig geschutvuur kwam, om aldus voortgaande met
doceeren, ons wapen te leeren hoe zij ten aanval moest oprukken ook
tegen den Inlaudschen vijand.