368
eerste plaatszou ik ten overvloede willen doordrongen zien van
den volgenden, voor hoogere en lagere aanvoerders, hoogst behar-
tenswaardigen wenk uit Napoleon's Maximes de Guerre„Ungénéral
„en chef doit se dire plusieurs fois par jour: Si l'armée ennemie
„apparaissait sur mon front, sur ma droite ou sur ma gauche, que
„ferais-je? et s'il se trouve embarassé, il est mal posté, il n'est pas
„en regie, il doit y remédier."
Aan de gymnastiek, het schermen en bajonetvechten, is mede in
de laatste twee of driejaren meer aandacht geschonken, en ook dit acht
ik zeer gelukkig, maaris men zich wel goed bewust van
het doel dezer oefeningen?
Tegelijk met het kopieeren in 1872 van de exercitie-reglementen
der Nederlandsche infanterie ten behoeve van de onze, nam men
het voor giudsche wapen vastgestelde voorschrift op het bajonet-
vechten over, hetwelk, gebaseerd op de moderne oorlogvoering als
gevolg van het verbeterde vuurwapen, de kenmerken droeg van in
ruime mate de leer te huldigen reeds door den grooten Napoleon
verkondigd: „l'arme a feu c'est tout, le reste ce n'est rien", en zulks
met nagenoeg algeheele terzijdestelling van Sumarow's uitspraak
„de kogel liegt, de bajonet spreekt waarheid", welk laatste begrip
tot dien tijd ook de strijdwijze van ons hoofdwapen op onmisken
bare wijze had beheerscht.
De ondervinding heeft geleerd, dat met het toenemen in volmaakt
heid van het vuurwapen, de offensieve geest van het voetvolk ver
mindert en ook de Indische infauterie is in de verloopen jaren meermalen
tot erkentenis moeten komen van die waarheid.
„Krieg führen heiszt angreifen" zegt v. d. Goltzinzijn bekend
werk „Das Yolk in Waffen" en in dat Angreifen ligt een diepe zin.
Angreifend. i. het in beweging brengen en houden van aller
moreele en intellectueele krachtendat is ook het vernuft
scherpen, het physiek schragen, terwijl de samenwerking van
deze beide factoren ten slotte leidt tot overwinning van alle moeie-
lijkheden en bezwaren.
Die zedelijke werking is voor ons te meer noodig, omdat het prestige
tegenover den inboorling op moreel overwicht is gegrond en de oorlog-