373 Deze troepenmacht is volgenderwijze over de Engelsche bezittingen verdeeld 108000 man op de Britsche eilanden in het moederland, waarvan 28000 in Ierland en 3900 in Schotland, zoodat 76100 in Engeland ligt. 't Garnizoen van Londen bedraagt slechts 8300 man. Wat de koloniën betreft, liggen in Indië 72000, in Egypte 4200(1000 man minder dan in 1888) man. Gibraltar heeft eene bezetting van 5000, Maltha van 7500 en Cyprus van 600 man. Zuid-Afrika vordert 3200, de Westkust van het zwarte werelddeel 700, St. Helena 200, Mauritius 600, Hongkong 1700, de Straits 1200 en Ceylon 1300 man. Canada telt 1500, West-Indië 2100 en de Bermuda-archipel 1400 man garnizoen. Australië heeft geen bezetting van Engelsche afkomst, doch eene mi litie van inboorlingen. 't Getal 211000, dat te voren werd genoemd, heeft natuurlijk alleen betrekking op uit het moederland afkomstige tioepen; buitendien bestaat nog een krachtig vredesleger van inboorlingen uit de koloniën; voor Indië bijv. van ongeveer 190000 man. Naar de vredessterkte van zijn leger te rekenen, neemt Engeland de vierde plaats in de rij der Europeesche groote mogendheden in; het telt 45000 man minder dan het Ifaliaansche leger. (Allg. Mil. Zeitung, 10 Januari 1890 No. 3.) Denemarken. Koppenhagen. Januari. De minister van oorlog heeft het voornemen een nieuw gereedschap Axthauebij de infanterie in te voeren, hetwelk de infanterieschop zal vervangen en de bijl en het groote houweel gedeeltelijk overbodig zal maken. Het weegt 0.75 KG. Per compagnie zullen er 16 stuks van worden uitgereikt. Te Elseneur en Koppenhagen werd het beproefd en voldeed het toen goed, onder anderen bij gebruik in steenachtigen bodem en tot hakken. Uitvinder is de luitenant Steknstrupp uit Nyborg, Fünen. (Allg. Mil. Zeitung, 10 Januari 1890 No. 3.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 388