379 Het zal in deze wel eveneens in schrijvers bedoeling liggen, de bestaande formatie te volgen. Is dit zoo, dan zijn slechts 4 maga zijnmeesters der 4e klasse noodig. Bij het hiervoren genoemd Ko ninklijk besluit werd namelijk het aantal dezer magazijnmeesters van 5 tot 4 teruggebracht. Voor dit korps geldt overigons wat bjj artikel 53 over het korps magazijnmeesters der artillerie werd aangeteekend. Artikel 76. Het Hoofdbureau is samengesteld als volgt 1 Kolonel. Chef van de militaire administratie. Hoofdintendant. 1 Hoofdofficier-Intendant. 2 Kapiteins-Intendant. 2 Kapiteins-Kwartiermeester. 10 Luitenants-Kwartiermeester. Volgens de legerformatie van het jaar 1882 (Algemeene Order N°. 36) werd de Hoofd-Intendant op zijn bureau ter zijde gestaan door 14 officieren, namelijk: 1 luitenant-kolonel-intendant, 1 majoor intendant, 3 kapiteins-intendanten of kapiteins-kwartiermeesters en 9 luitenants-kwartiermeesters. Na een drietal jaren bleek evenwel dat deze staf van officieren onvoldoende was, en dientengevolge bij Koninklijk besluit van 19 December 1885 N°. 32 (Algemeene Order N°. 32 van 1886) gebracht op 16 officieren. Ook bij de reorganisatie van 1889 (Koninklijk besluit van 15 Mei N°. 16; Algemeene Order N°. 56) bleef dat aantal bepaald op 16. Waarom wenscht schrijver het nu tot 15 te reduceeren? Een der intendanten van het Hoofdbureau zal nog bovendien als leeraar aan den Intendance-cursus moeten optreden, en is het in verband daarmede zeer de vraag, of niet uitbreiding noodig is. Artikel 77 Wanneer eene expeditionnaire brigade in haar geheel op het terrein des oorlogs is, treedt de Chef der intendance dier brigade op als gewestelijk Intendant in het gewest, waar oorlog wordt gevoerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 394