33 want reeds hebben de kleinmoedigsten,' beangst door ons aanvankelijk succes, het beklommen bolwerk verlaten en ook de overgebleven dapperen moeten, gewoonlijk omsingeld, voor den nu ook door getal sterkte overmachtigen aanvaller het veld ruimen; de gemakkelijk heid, waarmede die terugtocht door de begroeiing van het terrein gepaard gaat, is oorzaak, dat de tegenstand niet hardnekkig meer is. Langdurige ondervinding in dit opzicht leerde ons dan ook den tactischen regel een Inlandschen vijand nooit volkomen in te sluiten een regel waarin eene stilzwijgende erkenning ligt van de kracht van het Inlandsche blanke wapen. Valt alzoo in Indië het gezag van de bajonet geenszins te ont kennen, uit het voorafgaande blijkt toch dat het spreekwoord „de kogel liegt, slechts de bajonet spreekt waarheid" ook hier lang niet juist is. Alleen door de krachtige motieven, die de kogel aanvoert, kan de waarheid ingang vinden welke door de bajonet wordt ver kondigd. Ik ben dan ook volstrekt niet, als zoo velen, de meening toegedaan dat de bajonet vechtkunst in Indië hooger zorg verdient dan het schietonderricht. Beide verdienen evenwel de bijzondere aandacht, het schermonderricht zoo goed als de schietoefening, want dikwijls ondervonden wij op treurige wijze, dat de vijand ons in de behandeling van het blanke wapen verre overtreft; iedere maal, als hij de gelegenheid schoon zag, stortte hij zich met overweldi gende kracht, nog eer het ons mogelijk was van het vuurwapen gebruik te maken, op onzen rug of flank en veeltijds delfde de bajonet daarbij het onderspit. Te streven dan ook naar eene vaar digheid in de behandeling van het blanke wapen, welke die onzer Inlandsche vijanden zoo nabij mogelijk komt, is een onzer eerste infanterieplichten. Evenwel vleie men zich niet met de hoop, onze Infanterie ooit meerdere of zelfs dezelfde bekwaamheid dien aangaan de te kunnen schenken als de Indische volkstammen over het algemeen bezitten. Yele omstandigheden verhinderen dit; de Inlander oefent zich reeds als kind in de behandeling van houw- of stootwapen, het is hem een speeltuig, terwijl het vuurwapen hem nagenoeg onbekend is. Yandaar zijne onhandigheid in het gebruik van dit laatste. Ons infanteriegeweer is in de eerste plaats een goed vuurwapen, daar toe is het hoofdzakelijk vervaardigd; een wapen nu kan niet een Dl. I, 1890. 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 44