439
vernamen wij, dat zij gelukkig in Frankrijk aangekomen waren.
In de eerste dagen van September kwamen wij te Samarang aan.
De Gouverneur Generaal nam zijn intrek in het paleis van Bodjong,
en de Officieren werden bij de Burgers in de stad gelogeert.— De
Brigadier von Winkelman en den Majoor Cornelius Directeur van de
Genie aldaar hadden eene stelling bij Serondol genomen, twee kleine
uren van de stad, alwaar de groote weg die naar de Vorstenlanden
leidt door het gebergte begint te loopen. Zij waren begonnen deze
positie te versterken. De Brigadier von Lützow, de majoor der
Genie Schultze en eenige andere Officieren gingen daar heen en be
paalden op het terrein de stelling der troepen, die met de verdediging
zouden belast worden. Het dorp Oenarang drie uren achter Serondol
gelegen werd voor het Hoofdkwartier van den Gouverneur Gene
raal bepaald. Men begon eenige batterijen te Serondol op te werpen,
om de toegangen te verdedigen, terwijl de Generaal Janssens nader
berigten van den vijand te Bodjong afwachte.
Wij hadden ter verdediging van onze positie te Serondol het legioen
van den Prins Prang wedono sterk 2000 man; doch die even zoo
slecht gewapend als gedisciplineerd, nimmer in het vuur waren geweest.
Genoemd Prins, een rechtschapen man, en daarbij zeer gehecht aan
het Gouvernement, had dit legioen uit zijne eigene middelen opgerigt
en trachte ook hetzelve op de Europeesche wijze te organiseren. Hij
had bij ons den rang van Kolonel en was Ridder van de Koninglijke
Hollandsche order. Daarbij hadden de sultan van Djocdjoecarta, en
den Keizer van Solo ons 8000 man toegezonden, eene uit de heffe
des volks en als daglooners betaalde te zamen geraapte boel, met
slechte pieken en stokken gewapendziedaar de magt die wij onze
vijand konden tegen stellen. - Men plaatste bij dezelve eenige
Europeesche Officieren; doch een aantal anderen bleef zonder eene
bepaalde bestemming, in het gevolg van den Gouverneur Generaal,
wisten niet aan wien zij moesten gehoorzamen, en werden op alle
wijzen gekweldHoe gemakkelijk had men Diet van die Officieren
een korps van 150 a 200 Kavaleristen kunnen te zamen stellen, die
gewigtige diensten hadden kunnen bewijzen.
Weldra kwamen nog een dertigtal officieren onder bevel van den
Kolonel en chef van de Genie Starrenberg te Samarang aan, en