DE ATJEHSCHE GRANAATMIJNEN ONDER
ONZE TRAMBAAN. (1)
In den morgen van den llcn Januari 1890 werd onder de rails
van de trambaan van Kota Radja naar Ketapang Doea een spring-
granaat gevonden. Deze was een door ons verschoten projectiel van
12 cM. A., ontdaan van den looden mantel en voorzien van een schok-
buis voor puntgranaten tot 8 cM., waaraan echter de sluitdop en
veiligheidspin ontbraken.
Ten einde de buis in het buisgat vast te zetten, waren er, be
halve de gewone, nog eenige lederen ringen aangebracht en verder
de buis met touw omwoeld.
In de buis was geplaatst de schokker met het boveneinde bene
denwaarts gekeerd.
De schokker was gevuld met fijn buskruit en afgesneden ter hoog
te van het gat voor de veiligheidspin, terwijl het derde cylindrisch
gedeelte tot een slagschoorsteentje was bijgevijld, om er een slaghoedje
op te kunnen plaatsen.
De messingen naald was afgebroken en aan het voetje van de naald
een stukje ijzerdraad bevestigd, dat onder de buis uitstak en daar
naar twee zijden was omgebogenblijkbaar diende dit ijzerdraad
om te beletten, dat de schokker, naar voren zou schieten of uit de
buis zou vallen.
Op den schokker was een slaghoedje geplaatst.
De buis was aan de bovenzijde gesloten door eenen ledigen slag-
dop tot schokbuizen voor puntgranaten van 8 cM., die er omgekeerd
was opgeschroefd en waarvan de gekartelde kop was afgesneden,
terwijl het ondereinde aan beide zijden eenigszins was afgevijld om
haar gemakkelijker te kunnen afschroeven.
(1) lot ons leedwezen bestaan bezwaren tegen liet reproduceeren van de plaat,
die bij deze beschrijving behoort. ]je(j