455 C. Aanval op liet bivouak. Iedere troep begeeft zich naar de ge weren in rotten, verbreekt deze, ontwikkelt zich op de zijde van het carré, die hij bezet en is aangewezen om die te verdedigen. De veldwachten verzamelen en formeeren zich op het emplacement, dat hun voor het bivouak is aangewezen. De artillerie spant niet aan, maar de bedieningsmanschappen begeven zich naar de stukken en laten deze keert maken; de lamoenboomen worden opgelicht en de stukken gereed gehouden om in batterij te worden gesteld. De spahis zadelen hunne paarden op en houden zich gereed om op te stijgen voor het geval, dat daartoe het bevel gegeven wordt. Zij stel len zich, in afwachting van dit bevel, op voor het gevecht te voet. Alle geleiders begeven zich aan het hoofd van hunne muildieren, doen hun het gebit aan en houden ze bij de hand om ze te calmeeren, zonder ze evenwel van het koord in het kampement los te maken. D. Nachtelijke aanval. Dezelfde dispositiën als bij den aanval op het bivouak; maar als er geen tegenbevel komt, moeten de troepen, eenmaal in stelling, met de grootste stilte bevelen afwachten, zonder het vuur van den vijand te beantwoorden. III. Wenken gedurende het gevecht. Men moet het vuur openen, zoodra de vijand behoorlijk in het gezicht is. Slechts vuren op bevel. De spahis moeten in het gevecht te voet vuren op commando. Bij de artillerie zal ieder voorkomend geval het soort der te bezi gen projectielen aan de luitenants, sectiecommandanten, worden aange geven door den kapitein, commandant der artillerie. In het geval, dat de vijand, zjjn vuur stakende, terugtrekt, stijgen de spahis snel te paard en houden zij zich gereed voor de vervolging. De opperbevelhebber herinnert er aan, dat de chefs van wapens en diensten de grootste orde en de meest volmaakte stilte van hunne manschappen moeten eischendeze voorwaarde alleen laat toe de noodige maatregelen te nemen om een onverwachten aanval der tegenstanders af te slaan. Deze commandanten moeten hunne manschappen waarschuwen, dat zij zich niet moeten beangstigen voor de kreten, uitgestooten door de ongedisciplineerde benden, die hen zullen aanvallen. Hoe meer de aanvallers schreeuwen en hoe meer zij in wanorde vechten, des te min-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 470