HET TOELATINGSEXAMEN
VOOR DE KRIJGSSCHOOL II6 AFDEELING
Een korten tijd geleden viel mijn aandacht op een artikeltje in
de Java Bode over het toelatingsexamen voor de Krijgsschool IIe
Afdeeling. Het heette daar, dat de Regeering opmerkzaam was
geworden op het slechte resultaat, dat deze examens in de laatste
jaren hadden opgeleverd, dat menwat onzes inziens nog al juist ge
dacht is vermoedde, dat deze resultaten niet aan het gewoonlijk
vrij groote aantal aspiranten moesten worden geweten en dat men
daarom dit jaar een andere wijze Van taxeeren zou beproeven.
Zoo de Java Bode juist is ingelicht, zouden wij gaarne eenige op
merkingen maken. Wij stellen voorop, dat door een veranderde
taxatie misschien wel een gunstiger resultaat is te verkrijgen; doch
wij voor ons zijn van opinie, dat de fout dieper zit, nl. in de niet
zeer gelukkige keuze van de examenvragen. Met de Algemeene
Order N°. 45 van 1881, bevattende het bij Gouv. Besluit dd. 9
Aug. 1881 N°. 1 vastgestelde Programma, in de hand zullen wij
hiertoe in korte trekken enkele vragen van de jaren 1884 t/m 1889
bespreken.
Alvorens hiertoe over te gaan, wijzen wij allereerst op een
fout, die bijna algemeen bij deze vragen voorkomt, nl. dat de
beschikbare tijd voor een rustige, behoorlijke oplossing van de vragen
veel te gering is. Ten tweede vragen wij, of de opstellen, die de
candidaten in een korten tijd moeten maken met behulp van gewone
dictionnaires en die dienen moeten ter beoordeeling van de grondre
gels der talen, niet een weinig te technisch zijn. De meeste dezer
onderwerpen toch zijn van dusdanigen aard, dat de aspirant er in
zijn moedertaal vrij veel over zou kunnen vertellen en nu wordt
hij in een, voor de meeste menschen niet normalen zenuwtoestand
geplaatst voor het feit om in f a uur, dus in een korten tijd,
een beknopt opstel te maken over èèn uit drie onderwerpen, waar-
Dl., I, 1890 30