464
Uit het ten 6 ure vernomen geweervuur bleek, dat het korps met den
vijand was slaags geraakt en toen een half uur later niets meer werd
vernomen, moest daaruit wel de gevolgtrekking worden gemaakt
dat het bataljon de aangewezen stelling had bezet. Het tijdstip tot
afmarcheeren was dus voor Veerman aangebroken.
Vijf en dertig man werden voor de excursie aangewezen en hierbij
voegden zich de le luitenant der genie Hageman met tien man
genietroepen, die de noodige behoeften medevoerden voor het on
bruikbaar maken van geschut.
Den rechteroever der Tjoet volgende, kwam het detachement
ongeveer ten 7u. aan den rand der lagune, ten Zuiden van Kota
Pohama gelegen, en werd hier een stuk geschut vernield, dat in een
vervallen Atjehsche versterking was opgesteld.
In Oostelijke richting den weg langs de lagune vervolgende, waarbij
drie man der genietroepen en een Inlandsch fuselier gesneden won
den aan de voeten bekwamen, door het trappen in oesterschelpen,
kwam het detachement ten 1\ u. ongeveer in het gezicht van de
vijandelijke versterking Kota Toewankoe.
Reeds tot ongeveer 150 M. genaderd, zonder nog door den vijand
te zijn beschoten, meende men zich reeds van de positie zeker, dit
dankende aan de manoeuvre van het 14e bat., toen op eens het vuur
op de onzen werd geopend.
In de meening verkeerende slechts eene geringe vijandelijke
macht tegenover zich te hebben en rekenende op den steun van
het 14e bat., dat hij dicht achter de vijandelijke versterking in
stelling waande, hetgeen echter in de werkelijkheid niet het geval
was, drong Veerman, terwijl hij door een deel van het detache
ment 's vijands vuur liet beantwoorden, met het andere gedeelte on
versaagd vooruit.
Bij de versterking gekomen, waren drie man van de spits, die
uit den Eur. korpl. Lange N°. 19533 en zes fuseliers bestaan had,
buiten gevecht gesteld, doch niettegenstaande 's vijands vuur in he
vigheid toenam, gelukte het toch, in de Westerface der sterkte,
eene opening in de zeer sterke bamboedoeri-omheining te maken,
waarbij zich door zijne koelbloedigheid wist te onderscheiden de
de Eur. fus. Buijs N°. 14747, en waren reeds eenigen gereed de